draagt: de Veere 9. Toch hoeft ook dit niet zonder
betekenis te zijn. Negen is net geen tien, het
ronde getal dat ook in de bijbel betekenis heeft.
Misschien wil Kimpe ermee zeggen dat na Pasen
het gewone leven doorgaat, zoals hij zelf ook na
de bevrijding de draad weer op moet pakken. Op
dit gegeven komen wij straks terug.
Een spannende vraag is welke rol de oorlog
speelt. In een tweetal tekeningen waarin Kimpe
de storm op het meer schetst, laat hij een vlieg
tuig neerstorten. Bij de kindermoord te Bethle
hem voert hij een Duitse soldaat ten tonele. En
wanneer Jezus bij de haven struikelt onder het
kruis, zien we een Belgische soldaat uit de Eerste
Wereldoorlog. Maakt Kimpe er een allegaartje
van of zijn het onrustige elementen uit zijn leven
die als losse restanten rondzweven in zijn herin
neringen? Opvallend zijn de vele kapelletjes die
Kimpe tekent. Ze doen uiteraard niet Walchers
aan. Misschien verwijzen ze behalve naar zijn
eigen rooms-katholieke identiteit nog naar iets
anders. Kimpe verbindt Jezus wellicht niet alleen
met zijn leven op Walcheren, maar ook met zijn
Vlaamse verleden. Een andere vraag is hoe nauw
keurig Kimpe de Bijbel heeft gelezen. Het lijkt
hem te zijn ontgaan dat de drie leerlingen die bij
Jezus' verheerlijking op de berg aanwezig zijn,
hem ook vergezellen bij de opwekking van het
dochtertje van Jaïrus en ook present zijn in de
hof van Getsémané. Verder veroorlooft Kimpe
zich tal van artistieke vrijheden. Zo lezen wij in
het Evangelie dat Jezus in het zand schrijft, zon
der dat er vermeld wordt wat Jezus schreef. Ver
schillende kunstenaars laten dit dan ook open.
Maar Kimpe laat Jezus een vis tekenen: Ichtus,
het symbool van het christendom, waarvan de
Griekse letters betekenen: Jezus Christus, Zoon
van God, Redder. Een bijzondere vrijheid laat
Kimpe zien wanneer hij de versterking van Jezus
door een engel in Getsémané afbeeldt. De engel
houdt een kelk in de handen, die lijkt op de kelk
van de eucharistie. Maar Jezus heeft kort daar
voor gezegd dat hij enkel nog wijn zal drinken
wanneer hij in zijn koninkrijk zal gekomen zijn.
Op schilderijen van andere kunstenaars wordt
weliswaar ook de kelk afgebeeld, maar dan wordt
ermee de lijdensbeker aangeduid.
Ook de tekening van de drie uur durende
duisternis op Golgotha nodigt uit tot bespiege
ling. Kimpe beeldt rechts op de tekening een
zonsverduistering af. Maar links tekent hij een
maansikkel. Heeft hij daarmee willen aangeven
dat er in het Bijbelverhaal helemaal geen sprake
kon zijn van zonsverduistering? Toen Jezus
immers gekruisigd werd, was het immers volle
maan. Speelde Kimpe met deze gegevens of had
hij hiervan geen weet en liet hij zijn fantasie
onbekommerd de vrije loop? We zijn hier geneigd
te denken aan het laatste, omdat Kimpe ook in de
paasnacht een halve maan tekent.
Gebeurtenissen die in de Bijbel in één en
dezelfde stad afspelen, worden door Kimpe soms
op verschillende locaties gesitueerd. Zo laat hij de
gebeurtenissen rondom de arrestatie van Jezus de
ene keer plaatsvinden in Vlissingen, een ander
keer in Veere. Het moment waarop Veronica de
zweetdoek van Jezus in handen houdt, lijkt zich
af te spelen in een dorpje aan de kust, dat ver
dacht veel op Zoutelande lijkt. Merkwaardig is
Kimpes vergissing in de chronologie: hij plaatst
de verloochening van Petrus voor de gevangen
neming van Jezus. Blijkbaar is hij in verwarring
geraakt omdat hij juist rond het lijden van Jezus
zijn opzet heeft gewijzigd. Iets bijzonders haalt
Kimpe uit wanneer hij het paasverhaal naar aan
leiding van Mattheüs 28 uittekent. Hoewel alle
evangeliën vertellen over het lege graf, deelt geen
enkel evangelie mee hoe Jezus is verrezen. In het
Mattheüsverhaal rolt een engel de steen voor de
grafopening weg, Jezus is dan al uit het graf ver
trokken. Bij Kimpe komt Jezus uit het graf
tevoorschijn en maken de bewakers zich uit de
voeten.
Zoals reeds gezegd wordt het bestaan na
Pasen geplaatst in het gewone dagelijkse leven.
We zien Jezus lopen met de Emmaüsgangers,
waarvan de een gestoken is in een frans matro
zenpak en de ander in visserskledij. Jezus loopt
in het midden met een wandelstok; een attribuut
dat nu niet direct past bij het leven der verheerlij-
Boekbesprekingen