bekoorlijk' genoemd, maar gezien de aankopen en
herschikkingen van land moeten er haast wel
grootse uitbreidingsplannen klaarliggen. Hoewel
er ook geruchten zijn dat Van Dishoeck zich nu
eerst zal concentreren op zijn laatste aankoop.
Gezicht op 't Hof van Domburg, het buitenverblijf van Ewout
van Dishoek, halsheer van Domburg; prent door H. Spilman en
C. Pronk, 1743, ZA,ZG,ZI,II-105.
Drie maanden geleden kocht hij de hoge heerlijk
heid Domburg, waarmee het echtpaar halsheer en
-vrouwe van het stadje is geworden. Wat zullen
ze ermee gaan doen? En dan is er nog hun enige
zoon Anthony Pieter.7 Twee jaar geleden huwde
hij de jongste dochter van de Haagse advocaat
fiscaal Nobeling.8 Drie maanden geleden schonk
zij hem al een stamhouder. Amper achttien jaar
oud kocht hij de Proosdij van het kapittel van
Sint Jan te Utrecht, waarmee hem een enorme
hoeveelheid heerlijke rechten ten deel is gevallen,
verspreid over een gebied ter grootte van twee
derde van Walcheren. Zijn vader betaalde er meer
dan honderdduizend guldens voor, althans zo
doet in Utrecht het verhaal de ronde. En in Vlis-
singen, waar hij reeds in de raad zetelt, laat hij
ook nog eens een huis bouwen door de Antwerpse
architect Van Baurscheit. Naar men vermoedt zal
dit het grootste en prachtvolste woonhuis van de
stad worden. En dan te bedenken dat tot voor
enkele jaren geleden amper iemand van de fami
lie Van Dishoeck had gehoord; een familie van
Vlissingse chirurgijns, nota bene.9
Beweegredenen
Afgezien van een zetel in de stedelijke raad10
zijn er weinig overeenkomsten tussen de flam
boyante oud-Indiëganger Van Dishoeck en de
piëtistische Middelburger De la Rue. Het lijkt
ook onwaarschijnlijk dat de twee heren tot
elkaars intieme sociale kring behoren. Toch is
het helder wat beider beweegredenen moeten
zijn geweest voor het doen en aannemen van de
uitnodiging.
Voor De la Rue is het heel eenvoudig te deduce
ren tot diens niet aflatende nieuws- en leergie-
righeid.11 Het is niet voor niets dat deze onge
huwde dertiger al zijn vrije tijd besteedt aan
het onderzoeken en schrijven.12 Voor Van Dis-
hoeck ligt het iets gecompliceerder. Het bezit
van een verzameling zoals de zijne, is inmid
dels verworden tot een standaard voor iemand
van zijn statuur. Geen enkele heer van stand,
ambitie en vermogen kan het zich nog permit
teren niet enkele bijzonderheden in huis te heb
ben. Gezien de diversiteit van hetgeen hij zijn
gast zal tonen, voldoet Van Dishoeck geheel
aan de ongeschreven verzamelregels van zijn
tijd.13 Maar is er sprake van bewuste collectie
vorming? In het geval van zijn naturalia- en
rariteitenkabinet lijkt dat niet zo te zijn. Zijn
schilderijen daarentegen worden meer dan fraai
gepresenteerd in een kunstkamer, evenals in
diverse andere representatieve vertrekken.14
Hier is wel sprake van een eigenhandig en
zorgvuldig opgebouwde collectie.15 Afgezien
van smaakvoorkeuren valt sterk te twijfelen
aan eigen kennis op dit gebied. Het ligt in de
lijn der verwachting dat Van Dishoeck gebruik
heeft gemaakt van zowel de kennis als de dien
sten van de kunstschilder en gekend kunsthan
delaar Philip van Dijk.16 De verhouding van
meer kunst dan wetenschap, geeft dan ook te
denken dat hij zich niet in praktische ernst
bezighoudt met de bestudering van de (natuur)
wetenschappen.17 Persoonlijke interesse valt
natuurlijk niet te ontkennen en zeker de medi
sche objecten zullen een oorsprong vinden in
de familietraditie van het chirurgijnsvak.
Daarbij heeft Van Dishoeck niet lang voor dit
bezoek zijn vaders18 schelpenkabinet geërfd,
waarschijnlijk samengesteld uit diens eigen
vondsten en gerichte aankopen.19 Maar voor
Van Dishoeck zelf lijkt intellectueel amusement
46
Vorstelijk paleis Middelbur