e c o; r c 3 Q DE TIEN VAN RENESSE Zeeland 27.3 Boekbesprekingen ELLEN DE VRIEND 1 3 JIlJ 1 JL A Een clfand Ellen de Vriend, De Tien van Renesse. Een eiland in oorlogstijd. Karakter Uitgevers B.V., 320 pag., 2018. ISBN 9789045215273, 19,99. Hoewel het verhaal van De Tien van Renesse nooit zo diep doorgedrongen is tot het nationaal geheu gen als, bijvoorbeeld, het drama van Putten, de executie van de eerste Geuzen ('Lied der achttien doden') of de gebeurtenissen rond de aanslag op het Amsterdams bevolkingsregister, is het genoeg zaam en in Zeeland, voor zover na te gaan, alom bekend. Datzelfde geldt de feiten. Ze zijn overal te vinden. Heel kort daarom. Najaar en winter van 1944-1945 waren in Zeeland zo mogelijk nog chaotischer dan elders in Nederland. Het grootste deel van de provincie was bevrijd, Schouwen-Duiveland was nog in Duitse handen. Terwijl de Geallieerden van alle kanten aanvielen, probeerden de Duitsers met alle mogelijke middelen het welhaast onvermijde lijke te voorkomen. In die strijd was van overwe ging, respect en moraal steeds minder sprake, zeker niet bij degenen die aan de verliezende had waren en er sowieso al een meedogenloze ideolo gie op nahielden. In die amorele chaos sneuvel den velen, schuldigen en onschuldigen, betrokke nen en toevalligen. Onder hen de Tien van Renesse. Zij waren betrokken bij een daad waarop in zo goed als elke staat de hoogste straf staat. In dit geval was die straf ook daadwerkelijk de hoogste, en werd bovendien op barbaarse wijze voltrokken: door de strop. Zeventien mannen, van wie het merendeel verzetsstrijders, probeerden begin december 1944 over te steken van Schouwen-Duiveland naar bevrijd gebied. De poging mislukte tot twee keer toe. De tweede keer (7 dec.) stuitte de groep op een Duitse patrouille. Er volgde een vuurgevecht. Zes mannen wisten te ontsnappen, elf werden gevangen genomen en de volgende dag overge bracht naar Goeree-Overflakkee. Onderweg wist een van hen (een Armeniër) van boord te sprin gen en ontkwam (volgens een Duits verslag althans, volgens een meteen na de oorlog opge steld onderzoek zou zijn lijk een paar maanden later uit het water zijn gevist). De tien overblij- venden werden op zaterdag 10 december ter dood veroordeeld, teruggebracht naar Schouwen-Dui veland en daar de volgende dag aan de oprijlaan van Slot Moermond, Renesse, opgehangen (eigen lijk waren het er negen, een lag op een brancard, keek toe, en werd pas de volgende dag, heel of half dood, opgehangen). Over de reden van deze brute straf is regelmatig gespeculeerd. Twee ver klaringen zijn mogelijk. De ene is dat de Duitsers een voorbeeld wilden stellen. De mannen moesten dan ook vierentwintig uur blijven hangen voor dat ze begraven mochten worden. Een andere verklaring is dat tegelijk met dit tiental ook zes Armeniërs, gedeserteerde soldaten uit het Duitse leger, ter dood werden veroordeeld. Zij kregen de kogel. Tussen 'terroristen' en militairen moest verschil worden gemaakt. Bij ophanging van de schuldigen bleef het overigens niet. De bezittingen van de Tien wer den verbeurd verklaard en hun huizen, indien mogelijk, verbrand. Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 33