Zover de belangrijkste feiten. Er zijn er vele meer. Die betreffen details zoals de ontroerende briefjes die de mannen op het laatste moment aan hun vrouwen en kinderen schreven, de inzet van de dominee die hen vlak voor de strafvoltrekking bijstond, de verbijstering van nabestaanden en bevolking enzovoort. Dit alles leent zich voor vele en verschillende verhalen, vele en verschil lende vertelvormen. Zo stelde politieman Chris Wisse, zwaar aangedaan door de gebeurtenissen, meteen na de oorlog het al even genoemd verslag van de gebeurtenissen op. Hetzelfde deed de dominee die de mannen bijstond. Al in juli 1945 werd in de Zierikzeesche Nieuwsbode een serie van drie artikelen over de gebeurtenissen gepu bliceerd. Ook in meer algemene werken zoals het beroemde (Het) Grote Gebod, geschiedenissen van Zeeland en dagboeken worden de gebeurtenissen herinnerd. Tegenwoordig is het verhaal, zoals gezegd, alom te vinden: op Wikipedia, op een groot bord op de plek waar de tien geëxecuteerd werden, in naslagwerken. Een bijzondere vermel ding verdient de fraaie website die Gert Slings over de gebeurtenissen, in het bijzonder over een van de getroffenen (Jan Verhoeff) maakte. Hij bevat een schat aan materiaal waaronder de meeste van de hiervoor genoemde documenten. Nog slechts een paar jaar geleden maakte Tjeerd Muller een deels geënsceneerde documentaire over de Tien. En nu, opmerkelijk laat eigenlijk, is er dus een eerste boek, van Ellen de Vriend. De Vriend is journaliste, tekstschrijfster en sinds enkele jaren vooral actief als thrillerauteur. De Tien van Renesse is haar eerste non-fictieboek. Hierin combineert ze haar journalistieke kwali teiten ('zet de feiten op een rij') met haar verlan gen naar verbeelding. Dat heeft voor- en nadelen. De verbeelding brengt de geschiedschrijving grote, ja zelfs noodzakelijke voordelen. Feiten zijn gewoonlijk, zoals het gebruikelijk bijvoeglijk naamwoord al zegt, 'kaal'. Ze zijn als spelden prikken op een vel papier, als in zo'n kinderspel letje. Op zich zeggen feiten dus niet zo veel. Meer dan een chronologische volgorde bezitten zij veelal niet. En toen en toen en toen. Dat is geen geschiedschrijving. Dat is opsomming, archief werk, voorwerk. Het gaat om de verbinding tus sen de 'speldenprikken', het beeld dat tevoorschijn komt uit de lijn die ertussen getrokken wordt. Zo'n lijn is noodzakelijk, onvermijdelijk, goed maar tot op grote hoogte altijd 'fictief', dat wil zeggen: hij zegt minstens zoveel over de tekenaar als over datgene wat getekend wordt. Soms is die verbeelding moeilijk te zien. Dat geldt bijvoor beeld de methode, het taalgebruik en culturele vooringenomenheden. Dergelijke zaken lijken vanzelfsprekend, 'objectief' maar zijn dat natuur lijk niet. Met een andere methode, een andere taal of binnen een andere cultuur kan de aaneenscha keling tussen dezelfde 'speldenprikken' tot een volstrekt ander resultaat leiden. Soms ook is de verbeelding doorzichtig, of beter: is het onmiskenbaar dat van verbeelding sprake is. Dat geldt dit boek. De Vriend is zich daarvan ook bewust, zij het dat ze dit bewustzijn enigszins verwarrend formuleert. 'Als schrijfster heb ik het beeld zoals dat opdoemde uit de krantenarchieven, rapporten en herinneringen van betrokken opgeschreven als een verhaal. Het is gebaseerd op origineel en authentiek materi aal... Maar ik ben ook een schrijfster staat enkele zinnen verder, 'en wilde de juiste sfeer meegeven.' Ik vind dat om twee redenen onduide lijk. Eerst vanwege dat woord schrijfster. De Vriend bedoelt, denk ik: ik heb de feiten welis waar op een rijtje gezet maar ben ook schrijfster en geloof dus in het verhaal. Daarom heb in die feiten aaneengeregen. Maar een historicus doet niet anders. Een journalist idem dito. Daarvoor hoefje dus geen 'schrijver' te zijn. Kwalijker vind ik iets anders, namelijk het woordje 'juist' in bovenstaand citaat. Inderdaad, als verhalenverteller, journalist of historicus breng je de feiten tot leven. 'Je geeft sfeer'. Maar het is niet de juiste sfeer. Het is de sfeer die jij het meest juist acht, jouw sfeer. Dat is niet hetzelfde. De Vriend's sfeer is zoals gezegd op elke pagina van het boek zichtbaar en voelbaar. De schrijver verbeeldt voortdurend en nadrukkelijk. Om uit honderden voorbeelden maar meteen het 114 B o e k b espreki n g e

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 34