Zeeland 27.3
doen met een redacteur, die de herhalingen
schrapte, de vele toevoegingen aan het eind van
het handschrift een plaats gaf in de hoofdtekst en
alles systematiseerde. Maar ook dan nog zou hij
wel een uitgever hebben gevonden voor dit boek,
dat te lezen is als een goed onderbouwd manifest
voor een Vlissingen dat aan het verdwijnen was,
een Vlissingen van solidaire burgers, nu bedreigd
door immigranten, geleid door niets dan eigen
belang? Waar zo'n redacteur vooral moeite mee
zou hebben gehad is het laatste deel van het
handschrift (pp. 331-343), een woedende filippica
tegen de "haat en nijdt" veroorzaakt doordat
"vreemde ingekoomene en by de goede borgery
onbekende" lieden steeds meer in de stedelijke
ambten, hoog en laag, infiltreerden. Het is een
prachtig stuk, dat men in het geschiedenisonder
wijs zou willen gebruiken. In het hele handschrift
heeft hij zich ingehouden, maar nu gooit hij alles
er uit.
De bezorgers zijn met veel respect voor het
handschrift te werk gegaan. Ze hebben zelfs
ruime spaties aangebracht waar Brasser een
nieuwe pagina begon, wat misschien niet nodig
was. De vele toegevoegde tussenkopjes verge
makkelijken het overzicht en zijn onmisbaar, al
staan ze nu en dan midden in een zin van de
tekst, wat even wennen is. Over sommige punten
van de aangebrachte interpunctie valt te twisten,
al is er een enkele zin die onvermijdelijk duister
lijkt te moeten blijven. De illustraties, de meeste
naar oude gravures, zijn welkom en de platte
grond van de stad voorin is onmisbaar. De vele
voetnoten, meestal identificaties van personen,
verduidelijken veel. Voor het overige hebben de
bezorgers gekozen voor een glossarium, dat ech
ter, zoals de bezorgers zelf in hun inleiding
erkennen, niet uitputtend kon zijn, en een regis
ter, dat wezenlijk bijdraagt tot de toegankelijk
heid van Brassers werk. Het is een prachtboek,
mooi van typografie, papier en uiterlijk.
Dr. Dirk H.A. Kolff
Was hoogleraar Moderne geschiedenis van zuid-Azië, Uni
versiteit van Leiden en groeide op in Vlissingen.
Francisca van Vloten, De schilders van Domburg.
WBooks, Zwolle 2018, 271 afbeeldingen, grotendeels
in kleur, index van kunstenaars, literatuurlijst. ISBN
9789462582606. 19,95.
Francisca van Vloten heeft al heel wat publicaties
over de Domburgse schilders op haar naam staan,
meestal uitgegeven in eigen beheer. Dit boek is
een buitenbeentje in de reeks, ook al door het
kloeke vierkante formaat. Het maakt deel uit van
een serie boeken over Nederlandse regionale
schildersgemeenschappen van de twintigste
eeuw. Eerder verschenen al delen over de schil
ders van Laren, Bergen, Groningen ('De Ploeg') en
Drenthe.
'De schilders van Domburg' is in de eerste
plaats een prentenboek. Door de vormgeving,
vierkant formaat, gebonden in hardcover, valt het
plezierig open. Net als de andere delen van de
serie is het ingedeeld naar onderwerp. Na een
algemene historische inleiding volgen: zee en
duinen, de Manteling, land en dorp, eilanders,
badgasten, stillevens en late grafiek. Daardoor
valt er veel te bladeren en te vergelijken. De
onderschriften bij de afbeeldingen beperken zich
tot enkele zinnen. De plaatjes moeten vooral voor
zichzelf spreken. Het gevolg van deze opzet is dat
er weinig aandacht is besteed aan de ontwikke
ling van de verschillende kunstenaars en van de
kunststromingen die toen juist volop in opkomst
waren: impressionisme, pointillisme, luminisme,
expressionisme en abstractie. Het belang van de
Domburgse tentoonstellingen is juist geweest dat
ze een goed beeld gaven van de snelle ontwikke
lingen die de kunstenaars toen doormaakten.
Om een beeld te krijgen van de individuele
kunstenaars moet er inderdaad heel wat gebla
derd worden. Het uitvoerige register biedt daar de
mogelijkheid toe. Het blijkt dat Jan Toorop op niet
minder dan 79 bladzijden in het boek wordt
genoemd, Mondriaan op 37 en Mies Elout-Drabbe
op 44 bladzijden.
Een pluspunt van het boek is dat het begrip
'Domburgse schilders' ruim wordt genomen. Er is
ook aandacht voor de eerste (Belgische) schilders
Boekbesprekingen
121