gemaakt. Het meer dan uitgebreide onderzoek beslaat maar liefst 103 pagina's en hoewel het niet over Zeeland gaat is het bijzonder interessant om te lezen welke onderzoeken en opgravingen en boringen er in Noord-Holland plaats vonden en welke conclusies er op basis van al die gege vens getrokken konden worden, ook weer geïllus treerd met prachtige kaarten en foto's. Daarna volgt een regiostudie van de Wadden zee, van Texel tot de Weser. Het begin van de holocene ontwikkeling lijkt wel wat op die van het zuidwestelijke deltagebied. Maar, in tegenstel ling tot bijvoorbeeld de Hollandse kust, is er onvoldoende aanvoer van zand, en de bodem zakt er sneller, waardoor het overstroomde land (de Waddenzee) onvoldoende snel hoger wordt en er onvoldoende schorvorming plaatsvindt. En de duinen sluiten zich daardoor ook niet. Ook hier prachtig kaartmateriaal en foto's. Je blijft er op studeren. Het houdt maar niet op. Na de drie regiostu dies worden in hoofdstuk 4 nog eens drie lokale studies beschreven: eentje in de nieuwe Maas vlakte (in de Yangtze-haven) waar met een grote bodemhapper zo ongeveer de hele havenbodem naar boven gehaald werd, van 15 tot 22 meter diep, vol met paleolithische en mesolithische vondsten. Dat gebeurde nadat met seismisch onderzoek en boringen de hele havenbodem goed in kaart was gebracht. Dat is nog eens opgraven! De tweede lokale studie gaat over een stuk grond ten westen van Vlaardingen (Vergulde Hand west). Daar ligt nu de Nieuwe Waterweg vlakbij en steeds hebben de Maas en de Waal en de Rijn hier de zee bereikt. Eerst was er een soort baai (5500 v.C.), dan weer groeide er veen, dat werd weggespoeld (100 AD), dan weer veengroei (800 AD), dan alles overstroomd en weer ingepol derd. Er wordt een mooi verband gelegd met de bewoningsgeschiedenis door de tijd heen en ook het veen wordt hier uitgebreid onderzocht. De derde regionale studie beschrijft de geolo gische opbouw in een gebied net ten noorden van Alkmaar. Eerst bodem van een grote ondiepe baai van de Noordzee (3850 v.C.), 1000 jaar later heeft de Hollandse duinenrij zich grotendeels gesloten en ligt het onderzochte gebied in een estuarium waar een groot achterland op afwatert, inclusief een paar grote meren, de voorlopers van de latere Zuiderzee. Ook hier wordt door zandaanvoer het zeegat gesloten want het achterland watert nu af naar het oosten waar de grote meren inmiddels met elkaar in verbinding staan en een afvoer naar het noorden gevonden hebben: de Zuiderzee is ontstaan (100 AD). Ook hier wordt de geschie denis van de bodem gekoppeld aan de geschiede nis van de bewoning. In het vijfde en laatste hoofdstuk wordt een synthese gepresenteerd van al die onderzoekin gen, gevolgd door conclusies. Eén conclusie haal ik als voorbeeld eruit: de talrijke overstromingen in de 15e tot de 17e eeuw hebben in feite een men selijke oorzaak: oppervlakteverlaging in de pol ders, toegenomen getij-amplitudes, slecht dijkon- derhoud. Ze houden niet of nauwelijks verband met een klimaatverandering, de Kleine IJstijd. Je blijft in dit boek lezen. Wie alles wil weten over de geschiedenis van het holoceen in zuid west Nederland moet dit boek zeker kopen. En, de rest van het land krijg je er dan ook nog bij! Gerard Heerebout hoofdredacteur 126 B o e k b espreki n g e

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 46