M Y T U L I, ANATÖME MOSSEL,. centIria 013 S E R.VATIÖNUA1 Zeeland 27.4 föcbicè LirutUirain eleganrcm ejusqöt: ma lum mirandiim espen ens, M E D I C A R U M. /tiitm ANTtiNpi Hur>t;, M. Efc zelf schreef: en dat de Slagaderen vaten zijn, die het bloed uit het Hert afbrengen, en de Ade ren, die 't'er weder na toe, en in voeren: ende dat het bloed in de uiterste leden (of onmiddellijk deur de onderlinge Vereenigingen [anastomosen, fig. 3D] of door middel van de tochtgaatjes des vleeschs [poreusheid van het weefsel, fig. 3A], ofte wel op beide manieren) uit de Slagaderen weder in d'Aderen komt; [...]'.13 Kortom, niemand had nog enig idee aangaande de aard van de peri fere overgang. Hier echter past het onderzoek van De Heide, van Van Leeuwenhoek en Swammer- dam. De Heide en de wetenschap Antonius de Heide werd 1646 geboren in Philip pine en overleed rond 1701, misschien te Amster dam. Zijn eerste scholing kreeg hij van zijn oom en chirurgijn Cornelis de Heide. Een verdere opleiding kreeg hij bij de Middelburgse chirurgijn Cornelis Hendriks (ca 1620-2e helft zeventiende eeuw). In 1667, 21 jaar oud, werd hij ingeschre ven aan de universiteit van Leiden. In 1668 pro moveerde hij daar bij professor Francois dele Boë Sylvius (1614-1672) op een Disputatio chirurgico- medica inauguralis, de cancro.14 Sylvius moet De Heide beïnvloed en gestimu leerd hebben zoals zo veel anderen van zijn stu denten, onder wie: Reinier de Graaf (1641-1673), Frederik Ruysch (1638-1731), Niels Steno (1638 1686) en Jan Swammerdam. Antonius noemt enkelen in zijn boeken met veel waardering.15 De Heide ontleedt net zoals bovengenoemden allerlei dieren, om hieruit helderder het mechanisme bij de mens te leren kennen. De gewone man, zo schrijft De Heide, mag nu wel het ontleden van dieren te min achten, maar de natuur gaat in de meeste lichamen op dezelfde manier te werk en zo kun je in het ene dier datgene makkelijker ont dekken, wat bij de mens verborgen blijft. De fraaiste ontdekkingen van deze tijd danken wij aan het ontleden van ongewervelde dieren. 'Invoegen dat men niet moet denken, gelijk som mige doen, dat de tijd vergeefs besteed werd in de aard en het maaksel van bloedelose beestjes te ondersoeken'.16 In dat kader horen ook zeker zijn latere onder zoekingen en waarnemingen die hij thuis deed aan de mossel, kikker, regenworm, kwal en lever- bot.17 Het ging uiteindelijk om de 'anima' van de mens. Ook Willis ontleedde met diezelfde argu mentatie niet alleen schapenhersenen maar ook een oester en een kreeft, die hij vergelijkt die met de zijderups (van Malpighi) en een regenworm. 18 O vf Af ,S 3'E L O li A üi ftptd 'Ar:- i o i O-WAT,h E (tr: 10 i f.5.j Na zijn Leidse tijd keert Antonius terug naar Middelburg en neemt daar ook deel aan het levendige medische discours. Hij wordt zowel lid van het door Vande Voorde opgerichte Collegium anatomico-chyrurgicum (1658-1795) als ook van het Collegium medicum (1668-1676). Het laatste bedoeld om de 'majestas medica' in ere te houden, het eerste om de opleiding van chirurgijns in goede banen te leiden. Laten we niet vergeten dat het in Middelburg zowel om de stedelijke chirur gijns ging, alsook die van de Admiraliteit, de VOC en de WIC. Een titel als 'Chirurgijns zeecom- pas' moet voor Vande Voorde dan een goede ver koopslogan geweest zijn. Op 8 maart 1680 trouwt De Heide op 34-jarige leeftijd in Amsterdam met Margareta van Waes- berge en raakt daardoor geparenteerd aan de uit gevers Willem Goeree en Janssonius van Waes- berge, en ook aan Theodorus Janssonius van Almeloveen. Deze laatste was de zoon van Maria !eeuws bloed kruipt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 13