de microscopie de zeventiende-eeuwse slagzin 'voor de glorie van God en het welzijn van de mens' niet waar maken? Waaraan ligt de onbekendheid van De Heides onderzoek? Ongetwijfeld had Van Leeuwenhoek een enorme bekendheid dank zij de Royal Society en haar tijdschrift, de Transactions. Ook De Heide introduceerde zich bij de Royal Society en bij het Collegium Naturae Curiosorum. We hebben al gezien dat De Heide met zijn vertalingen van Willis, met zijn verbetering van Vande Voorde en met de groep Middelburgse artsen zijn plaats zocht in het toenmalige onderzoek aan haarva ten. Evenals De Graaf en Swammerdam behoorde hij tot de kring van Sylvius-studenten. En toch was dat niet genoeg. Trouwens ook de bekendheid van Swammerdam is relatief. Deze volgde pas na zijn dood, toen Boerhaave (1668-1738) Swammer- dams Bybel der natuure in 1737/8 uitgaf. De onbekendheid van De Heides haarvaton- derzoek ligt juist in de wetenschappelijke kwali teit daarvan. In feite is De Heide paradigmatisch voor de stelling van Fourniers proefschrift: de microscoop was aan het eind van de zeventiende eeuw als wetenschappelijk instrument op zijn retour, omdat die zijn beloften op dat gebied niet waar kon maken. Het was weliswaar een instru ment ter (stichtelijke) lering en vermaak, maar geen instrument meer van (medisch) onderzoek en geneeskundige kennis. Fournier opent haar dissertatie (1996) met een citaat van de bekende microscopist Robert Hooke (1635-1703) die in 1692 gedesillusioneerd schrijft: '[The neglect] has been the Fate of Microscopes, as to their Inven tion, Improvement, Use, Neglect and Slighting, which are now reduced almost to a single Votary, which is Mr. Leeuwenhoek, besides whom, I hear of none that make any other Use of that instru ment, but for Diversion and Pastime ...'.56 Swammerdams werk, voor het grootste deel pas gepubliceerd in de achttiende eeuw, genoot vooral faam als godsdienstig waardevolle en onderhoudende kennis. Ook Van Leeuwenhoeks waarnemingen bleven hun waarde behouden als 'wonderen', als 'pastime' en 'diversion'. Een echt microscopisch onderzoeksprogramma bestond er niet.57 De Heides onderzoek naar haarvaten was minder salonfahig dan dat van Swammerdam en van Van Leeuwenhoek. Zijn onderzoek aan de trilhaarbeweging bij de mossel had wel deze aan- trekkelijkheid als merkwaardigheid uit de levende natuur en is niet voor niets bekender gebleven. Voor zijn haarvaten als wetenschappelijk object ontbrak een institutionalisering van research. Tot slot Dank aan Coen van't Veer en Lodewijk Palm voor het nazien van de tekst. Zoals altijd blijven fou ten natuurlijk geheel voor mijn rekening. Opgedragen aan de nagedachtenis van mijn in 2017 overleden vrouw. Ingrid was mijn eigen spiritus vitalis. Noten 1 P. de la Ruë, Geletterd Zeeland. M. en A. Callenfels: Middelburg, 17412. 2 J. Banga, Geschiedenis van de vroegere geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland. W. Eekhoff: Leeu warden, 1868. Reprint Interbook International: Schie dam, 1975, 508 - 510. 3 J. C. de Man, Antonius de Heide, med. Doctor te Mid delburg. Ontdekker der later zoo beroemd geworden trilhaarbeweging. Kröber: Middelburg, 1905. 4 W. Harvey, Anatomical studies on the motion of the heart and blood. Transl. ft annot. C. D. Leake. Exercitatio anatomica de motu cordis et sanguinis in animalibus. G. Fitzer: Frankfort, 1628. Facsimile. C. Thomas: Springfield Baltimore, 1928. G. Harvejus, Van de beweging van't hert ende bloet vit het latijn vertaalt door N. van Assen delft. Cornelis Last: Amsterdam, 1650. Facsimile uitg. M.J. van Lieburg. Pharmad Publishing: sl, 1988. 5 C. vande Voorde, Nieuw lichtende fakkel der chirurgie of hedendaagze heel-konst. Nu na zijn dood doorgaans met nutte en noodige aantekeningen voorzien door Antonius de Heyde, verrijkt met een chirurgijns zee- compas. Wilhelmus Goeree: Middelburg, 1680, 219. Vgl. K.E. Rothschuh, Physiologie. Der Wandel ihrer Konzepte, Probleme und Methoden. Karl Alber: Freiburg Mün- chen, 1968, 43. 6 Harvey, Anatomical studies. 38, 67 noot 5. 7 De Man, Antonius de Heide. 20, 21, 58; Vande Voorde, Nieuw lichtende fakkel. 777. 8 A. Everardus, Lux e tenebris affulsa. Ex viscerum mon- strosi partus enucleatione. Jacob Firensius: Mediobur- gus, 1662, 15, 17. Zie ook: P.M.N. Eldering, Middelburgs biologisch onderzoek in de 17e eeuw. In: Worstelende wetenschap. Aspecten van wetenschapsbeoefening in 144 Zeeuws eioed kruipt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 20