Zeeland 27.4
De auteurs in dit nummer
deze niet als zodanig herkend werden en dat blijkt ook
dat even verder 'minutissimis vasis' gebruikt wordt.
47 J. Swammerdam, Biblia naturae of bybel der natuure.
Severinus, B. P. van der Aa: Amsterdam, 1737-38, 832
33.
48 Zie hierover de opmerkingen van E.G. Ruestow: The
microscope in the Dutch Republic. The shaping of dis
covery. Cambridge University Press: Cambridge 1996, 46
- 48, 123-124.
49 Zie L.C. Palm, Antoni van Leeuwenhoek en de ontdekking
der haarvaten, In: Tsch. Gesch. Natuurw. Wisk. Techniek,
1, (4), (1978), p. 170 - 177; K. van Berkel, Intellectuals
against Leeuwenhoek. In: Palm Snelders, Antoni van
Leeuwenhoek, p. 187 - 210.
50 Van Leeuwenhoek, Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692,
Brief No 110 (65) dd 7 september 1688.
51 Van Leeuwenhoek, Alle de brieven. Deel 8, 26-28.
52 Van Leeuwenhoek, Alle de brieven. Deel 8, 50-52
53 Zie o.m. E. Jorink, Het boeck der natuere. Nederlandse
geleerden en de wonderen van Gods schepping. Prima-
vera pers: Leiden, 2006, 230, 246, 326
54 Jan Swammerdam (1637 - 1680), schreef als microsco-
pist: 'Ik presenteer Ued alhier den Almaghtigen Vinger
Gods, in de Anatomie van een Luys; waarin Gy wonderen
op wonderen op een gestapelt sult vinden en de Wysheid
Gods in een kleen puncte klaarlyk sien ten toon gestelt.'
Biblia naturae, 67
55 P.M.N. Eldering, Das Studium der Natur. In: R. Feucht-
müller E. Kovacs Herausg., Welt des Barock. Buch.
Herder: Wien, 1986, 226-247.
56 Fournier, The fabric, 261 citeert R. Hooke, Philosophical
experiments and observations. W. Derham: London,
1726.
57 Vgl. Ruestow, The microscope, 280-284, 293-294.
Drs. P.J. Aarssen (1940) is oud-medewerker
van de Zeeuwse Bibliotheek en sinds een tien
tal jaren conservator boeken van het Konink
lijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen. Hij publiceerde al eerder over Zeeuwse
drukkers.
J.W. Eckhardt (1947), oud-commissaris van
politie en binnen deze organisatie mede ver
antwoordelijk geweest voor de handhaving van
natuur- en milieuregelgeving. Is bestuurlijk
actief (geweest) in diverse natuur- en milieu
organisaties en musea. Verricht periodiek
natuurinventarisaties en is natuurfotograaf,
waarbij hij de nadruk legt op de determineer-
baarheid van planten en dieren. Publiceert
regelmatig natuurartikelen en -foto's in diverse
natuurtijdschriften.
Drs. P M. N. Eldering BRE (1947) studeerde
biologie aan de Vrije Universiteit in Amster
dam. Één van zijn afstudeervakken was weten
schapshistorie. Na zijn doctoraal vervolgde hij
zijn studie wetenschapshistorie aan de Rijks
universiteit Utrecht. Aan de Fontys Hogeschool
te Utrecht studeerde hij theologie. Hij was
leraar biologie en levensbeschouwing HAVO en
VWO. Hij publiceert op wetenschapshistorisch
gebied en was mede-auteur van een lesboek
voor het schoolvak Algemene Natuurweten
schappen. Zijn belangstelling gaat o.m. uit
naar de wetenschapsgeschiedenis van Zeeland
in de Barok.
Dr. L. Melse (27 juni 1944) is germanist en is
als zodanig werkzaam geweest bij het Instituut
voor Toetsontwikkeling (Cito) in Arnhem. Hij
is gepromoveerd op het onderwerp 'toetsen van
schrijfvaardigheid bij de moderne vreemde
talen'. Na zijn pensionering houdt hij zich
vooral bezig met studie van historische onder
werpen en transcriptie van oude handschriften
als lid, en momenteel ook voorzitter, van de
werkgroep Paleografie in Zeeland (PaiZ).
E.C. Westland BA (1946) is beeldend kunste
naar. Zij kreeg haar opleiding aan de Academie
voor Beeldende Kunsten te Rotterdam en
behaalde later ook het bachelor Engels. Zij was
docent kunstzinnige vorming en Engels. Reeds
op jonge leeftijd begon zij zich in de geologie te
verdiepen en sedert 2003 is zij conservator
gesteenten en mineralen bij het Zeeuws
Genootschap.
!eeuws bloed kruipt
147