Zeeland 27.4 dienst te doen ter ondersteuning van het leger. Maar van primair belang voor Zeeland was de staat en sterkte van de vloot. Het opperbevel van leger en vloot berustte bij de stadhouder, prins Willem V, een man die de reputatie had besluite loos te zijn en die zeker geen inspirerende mili taire leider was. De vloot echter werd in de dage lijkse praktijk geleid door iemand die qua mentaliteit en militaire capaciteiten de tegenpool was van de stadhouder: admiraal Van Kinsber- gen. Zijn biograaf, Prud'homme van Reine, beschrijft hem als een man van karakter, een geboren leider, een kundig zeeman, veelzijdig, gedreven en militair begaafd2. De stadhouder onderkende de capaciteiten van zijn - altijd loyale - onderbevelhebber en droeg in 1793 het opper bevel over de vloot aan hem over. Tekenend voor het karakter van Van Kinsbergen is dat hij geen bezoldiging voor zijn dienst wilde ontvangen3. Hoewel de middelen die hem als vlootvoogd ten dienste stonden krap bemeten waren, wist hij een aantal verbeteringen in het functioneren van de zeemacht, die ook taken had op de binnenwate ren, door te voeren. Ook liet hij matrozen oefenen voor verdedigingstaken op het land, en als zoda nig werd er inderdaad personeel van de vloot ingezet bij de verdediging van Staats-Vlaanderen, met name bij de verdediging van de stad Sluis, waarbij fel weerstand geboden werd. Sluis na het bombardement door de Fransen. Tekening gewassen in O.I. inkt door G. Kockers gemaakt na 25 augustus 1794. ZA, ZG, ZI, III-281. Sluis moest toch capituleren en in september was het gehele gebied ten zuiden van de Wester- schelde in handen van de Fransen. Op de eilan den leek men evenwel niet al te zeer gealarmeerd, het was immers al eerder vertoond dat de Fransen 'aan de overkant' hadden gestaan en in delen van Brabant, maar het water en de vloot boden bescherming. Van Kinsbergen had de vloot in drie divisies verdeeld en één daarvan had Zee land als operatiegebied aangewezen gekregen, met Vlissingen als centrale basis4. De vlooteen- heid in Zeeland kwam onder het bevel te staan van de in Middelburg geboren schout-bij-nacht Haringman. Het ijs als brug Aan de oostelijke kant van de Maas trokken de Fransen op in noordelijke richting en op 7 november maakten zij zich meester van Nijme gen. Van Kinsbergen spoorde de legercomman danten aan om zich niet te beperken tot defen sieve acties maar om in elk geval ook het initiatief te nemen tot enkele beperkte offensieve acties, teneinde het initiatief niet geheel aan de vijand over te laten. Zijn oproep had geen effect.5 In de Staten-Generaal groeide inmiddels de bereidheid om te onderhandelen over een wapen stilstand. Daarvoor moesten onderhandelaars Zeeland 1 795: ijs en capitulatie 149

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 25