Fransen steken de bevroren Waal over (prentenverzameling Rijksmuseum) naar het verre Parijs. Maar het was te laat. Midden december begon het zo hard te vrie zen dat zelfs de grote rivieren vrij spoedig dicht- vroren. Dit bood de Fransen de gelegenheid tot een offensief over het ijs en op 27 december sta ken zij de Maas over. De verdediging achtte zich kansloos en het verzet tegen de Franse troepen stortte in. Ook De Waal en De Lek konden over het ijs gepasseerd worden en op 18 januari 1795 hielden de Franse opperbevelhebber, Pichegru, en zijn plaatsvervanger, Moreau, hun intocht in Utrecht. Reeds de dag erna arriveerde Moreau in Amsterdam en overal manifesteerden zich sym pathisanten van de Franse 'bevrijders'. Drie dagen later verscheen hij in Den Haag, waar vrijwel tegelijk Franse troepen aankwamen die opgerukt waren via Rotterdam en Delft. Op 18 januari vond nog een opzienbarende gebeurtenis plaats: de stadhouder vluchtte via Scheveningen naar Engeland. Ook de geïnundeerde velden in West-Brabant verloren door het solide ijsdek hun defensieve waarde en daarmee lag West-Brabant open voor de aanvaller. Buisman schrijft in zijn opus mag num over het weer: 'Het gevolg is dat de vijand in de kortste keren meester is van de inundaties bij Zevenbergen, Standaardbuiten en elders, waarmee de rol van de vestingen Bergen op Zoom, Breda en Geertruidenberg is uitgespeeld. De capitulatie van Geertruidenberg gaat niet zonder slag of stoot, op 14 januari worden er zeventig huizen in brand geschoten en pas op de 19de geeft de stad zich over.'6 Overal rondom Zeeland waren de Fransen en hun bondgenoten, de patriotten, nu heer en mees ter. Tegen het eind van januari ontvingen schout bij-nacht Haringman en de commandant van de landstrijdkrachten, generaal De Brauw, een brief van generaal Michaud, de commandant van de Franse troepen aan overzijde van de Wester- schelde, waarin hij opriep tot de overgave van Walcheren. Hij schrijft dat hij de opdracht had gekregen om over te steken naar Walcheren, dat zijn troepen komen als bevrijders en dat zij, Nederlanders en Fransen, dus spoedig dezelfde belangen zouden delen7. Op 30 januari werd deze brief met de sommatie tot overgave alsmede een bijgevoegd manifest in het Frans en het Neder lands, gericht aan het Bataafse volk8, besproken in de vergadering van de Staten van Zeeland. Ook was een brief binnengekomen uit de stad Tholen waarin werd meegedeeld dat de stad Bergen op Zoom verloren en de voormuur van hun eigen stad reeds in Franse handen was. Het stadsbe stuur achtte capitulatie van stad en eiland onont koombaar. In dezelfde vergadering verklaarde 150 Zeeland 1 795: ijs en capitulati

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 26