C. Steiger, Gezicht op het fort Mannar, ca. 1710 (prentenverzameling Rijksmuseum) voor de forten aan de westkust een lange periode van rusten en....wachten op de vijand. Die kwam pas in 1796, en volgens de verhalen werd er toen slechts één schot gelost. De VOC was niet bij machte serieus verzet te bieden en de Engelsen kregen bij wijze van spreken Ceylon op een pre senteerblaadje aangeboden. Archeologie in Nederland (september 2018) schenkt aandacht aan 'Prehistorisch potjeslatijn. Cryptische tekens op aardewerk uit de vroege ijzertijd in Lent'. Een eenvoudig potje met raad selachtige tekens is voor Europa ten noorden van de Alpen zo uitzonderlijk dat het die aandacht zeker verdient. Kleine potjes met dezelfde vorm kennen we uit de vroege ijzertijd ook elders in het Nederrijnse gebied, maar alleen al door de rand versiering is het Lentse potje uitzonderlijk. Daar naast zijn er graveringen aangebracht die op geen enkele manier lijken op versieringen die in Europa in de late prehistorie voorkwamen. Het lokaal gebakken potje met schrifttekens heeft een datering tussen circa 750 en 675 vóór Christus, eeuwen eerder dan het vroegst bekende schrift in onze regio. Hoewel Lent wel eerder in het nieuws is geweest door de vondst van skeletten die afkomstig waren van immigranten uit het Mid- denrijnse gebied blijft de afkomst van het potje voorlopig een raadsel. C. Moolhuizen schrijft over archeobotanie, een gebied binnen de archeologie dat minder spectaculair lijkt dan oude gebruiksvoorwerpen of plattegronden van middeleeuwse huizen. Het gaat over plantaardige resten zoals zaden en stuifmeel, voorkomend in grondmonsters. De auteur benadrukt dat je de mensen ook voor deze kleine zaken kunt interesseren door het juiste verhaal erbij te vertellen en ze bijvoorbeeld te laten helpen zaden en pitten uit beerputten te sorteren. Het publiek moet de ervaring krijgen 160 Aanwinsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 36