Al met al is er dus niet veel grond om te spre ken van een in de sterftecijfers duidelijk merk baar effect van de economische crisis op de ge zondheidstoestand van de inwoners van Tholen. de totaalcijfers van de levenloos geborenen per duizend geborenen en per driejarige periode voor het eiland Tholen afgezet tegen dezelfde cijfers voor het platteland van heel Zeeland. P.vl St.Ann. Sch. beroep OVM Th SMD Stv. 15 12 boeren 29 10 28 8 midden stand 43 17 62 24 arbeiders 84 53 1921-29 1930-38 1921-29 1930-38 Zws. steden platteland eil.Tholen 1921-23 32,3 o/oo 33,5 27,3 1924-26 37,6 30,5 27,6 1927-29 39,2 36,2 26,3 1930-32 42,0 31,3 36,3 1933-35 35,9 34,6 47,5 1936-38 41,1 34,9 43,3 Sterfte van kinderen beneden 15 jaar, voor drie relatief kleinschalige gemeenten (5.631 inwoners in 1930) en voor vier grootschalige gemeenten (9.775 inwoners in 1930), eiland Tholen, in de jaren twintig en de jaren dertig Hooguit zijn er sporen van een van het landelijk beeld afwijkende ontwikkeling terug te zien in de sterftecijfers bij de 15- tot 60-jarigen, die in de late crisisjaren bij de Thoolse arbeidersbevolking een stijging laten zien. Wanneer deze conclusie juist is, dan betekent dat, dat de ongunstige inkomens- en voedselsituatie vertraagd doorwerkte op deze categorie mensen in de kracht van hun leven, oftewel dat pas een aantal opeenvolgende jaren van tekorten van hen hun tol eiste. Dat is begrijpelijk: in de betere jaren vanaf het midden van de jaren twintig moet de Thoolse arbeidersbevolking enige reserve hebben opgebouwd; de 'subsistence'-grens werd niet zomaar bereikt. De oversterfte onder zestigplussers in de vroege crisisjaren, die mogelijk landelijk parallellen had, zou dan wijzen op een lagere weerstand bij deze leeftijdsgroep en dat is in zijn algemeenheid een bekend gegeven. Levenloos geborenen Een opmerkelijk gegeven voor Sint-Maartensdijk was de toename van het aantal levenloos geboren kinderen vanaf 1933: dertien in de zes jaren tot en met 1938, tegen negen in totaal in de twaalf jaren van 1921 tot en met 1932. Zouden vrouwen er gemiddeld zo zijn verzwakt door slechte voe ding dat er meer dan voorheen kinderen onvol dragen of op andere wijze aangetast ter wereld kwamen? De aantallen zijn echter te gering om iets zinnigs te kunnen beweren, daarom zijn 10 Relatie voedselaanbod en sterfte Tholen Levenloos geboren kinderen als promillage van alle geboorten, Zeeuwse steden (Middelburg, Vlissingen, Goes, Zierikzee en Terneuzen), Zeeuws platteland en eiland Tholen, 1921-193 813 Net als de sterfte in het algemeen daalde het aandeel van de levenloos geborenen van alle geborenen in de late negentiende en vroege twintigste eeuw door verbeterde medische zorg, hygiëne en algehele gezondheidstoestand, waarbij het platteland wat achterliep bij de steden. Zelfs tijdens de Eerste Wereldoorlog was er een lichte verbetering te zien, al lijkt de trend wel geremd te zijn geweest. Zie onderstaande tabel waarin 1918, het jaar van de extreme sterfte door de Spaanse griep, niet is opgenomen. steden platteland 1895-1904 40,5 o/oo 41,5 1905-1914 34,9 35,6 1915-1917 33,3 34,1 Levenloos geboren kinderen als promillage van alle geboorten, Zeeuwse steden platteland In de jaren twintig hield de algemeen dalende lijn dus halt, om te beginnen in de steden en daar al voor er van een economische crisis sprake was. Het platteland volgde iets later, waarna een daling volgde in de vroege crisisjaren, terwijl vanaf 1933 weer waarden bereikt werden die herinneren aan de jaren 1910. De ontwikkeling op het eiland Tholen is nog opvallender: waar eerst relatief weinig zwangerschappen verkeerd afliepen, gebeurde dat in de jaren dertig in sterk toenemende mate. De waarden lagen op een ni veau zoals die voor het Zeeuwse platteland in de negentiende eeuw golden14, waarbij wel bedacht moet worden dat het gaat om lage aantallen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 12