de betekenis van de grens tussen Zeeuws-Vlaan- deren en het Waasland op verschillende momen ten: tijdens de Tachtigjarige Oorlog, de Belgische opstand van 1830 en de Eerste Wereldoorlog. Ook in het jaarboek Annalen (2017) van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas is er aandacht voor de Eerste Wereldoorlog. In drie relatief korte artikelen wordt de 'Groote Oorlog' belicht vanuit verschillende optieken. E. Janssen bespreekt de 'Duitse militaire WO-I installaties in bezet België'. De andere stukken zijn persoonlijker: Het oorlogsdagboek van Raphaël Waterschoot, die diende bij de Burgerwacht van Sint-Niklaas, en het dramatische verhaal over onderwijzer brancardier Hilaire Verschelden (1890-1915). Uit het familiearchief van de familie Verschelden worden aan de hand van de bewaarde briefwisseling fragmenten gegeven uit augustus 1914 tot juni 1915. Zij geven een levendig en soms ontroerend beeld van deze optimistische, gelovige en altruïstische jongeman. Hij probeert op humoristische wijze dagelijkse voorvallen te beschrijven. Al lezende ziet de lezer echter hoe zwaar en gevaarlijk het werk van de medische teams is. Hilaire Verschelden wordt brancardier, wat inhoudt dat eerste hulp aan gewonden gegeven wordt, waarna de zwaargewonden en doden met een draagberrie van het slagveld naar de geneeskundige hulppost gebracht worden. Zijn laatste brief geeft een inkijk in niet eerder geuite moeilijkheden. Het soms dagen verblijven in natte loopgraven aan de IJzer, honger, kou en wanhoop brengen menig kameraad ertoe zichzelf een schot door been of arm te bezorgen in de hoop daarna naar huis te mogen. Hoe wreed een oorlog mag zijn, Hilaire keurt dit zeer af: hij vindt het laf. In juni 1915 wordt hij dodelijk getroffen tijdens het ophalen van gewonden uit de vuurlinie. J. van Vaerenbergh levert als archeoloog een samenvatting van de geschiedenis van het Waasland, vanaf het einde van de jongste ijstijd (12.000 v. Chr.) tot op heden, in het artikel: 'Land in verandering: de herontdekking van de evolu ties in het Wase landschap'. Hoewel de verande ring van de leefomgeving van de mens continue verandert, verzetten behoudsgezinde landschaps beheerders zich daar nogal eens tegen. Toch biedt dit verhaal over de landschapsevolutie in het Waasland handvatten om duurzaam met het ver anderende landschap om te gaan. Het gaat in het hele stuk om de invloed die landschap en mens op elkaar uitoefenen. De oudste sporen van men selijke aanwezigheid in het Waasland dateren uit één van de warmere perioden na 12.000 v. Chr. Er worden slechts stenen werktuigen en steenafval gevonden van groepjes rondtrekkende jagers en vissers. De eerste landbouwgemeenschappen arri veren ongeveer 5000 v. Chr. in de leemstreken in België en Nederland. De auteur brengt ons via de verschillende periodes - Neolithicum, Bronstijd, IJzertijd en Romeinse tijd - naar de volle en late middeleeuwen. Hij vertelt over landbouwtech nieken, grafheuvels en urnenvelden. In de 10e eeuw bestaat er rondom de stad Gent al een vrij dichte bewoning; in de 12e eeuw is een aantal Wase dorpskernen aanwezig en treedt een relatief grote stabiliteit in de bewoning op. Daarna komen de inpolderingen aan bod, het begraven in het Waasland en het ontstaan van het cultuurland schap. Aan het eind van het artikel houdt de auteur een pleidooi voor het inventariseren het behoud van het Vlaamse erfgoed. Jaarboek 2017 van de Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen bestaat uit twee kloeke afleveringen. In deel 1 begint J.P. Peeters met 'De stad Mechelen en de Gentse Opstand (1379-1385)'. Die opstand was een langdurige en slopende krachtmeting tussen het grafelijk gezag in Vlaanderen en de grote Vlaamse stad Gent. Mechelen moest daar wel gevolgen van ondervinden: ten eerste onderhield de stad al heel lang handelsbetrekkingen met een reeks steden in Vlaanderen waar markten gehouden werden. Ten tweede viel Mechelen sinds 1357 officieel onder het gezag van de graaf van Vlaanderen, die

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 32