Zeeland 28.1
de stad een oorkonde verleende met uitgebreide
handelsprivileges, waardoor Mechelaars op
gelijke voet kwamen te staan met kooplui uit
grote Vlaamse steden als Gent, Brugge en Ieper.
De Gentse Opstand volgde op een algemene
sociaaleconomische malaise, die steeds erger
werd door de repressie van de ambachtslui in de
lakennijverheid en de algemene verarming van de
bevolking, met daarbij nog de sluipende pogingen
van grafelijke zijde om de stedelijke privileges uit
te hollen. In dit artikel onderzoekt de auteur in
welke mate de stad Mechelen omging met de wijd
om zich heen grijpende opstandige beweging.
H. de Lannoy behandelt 'De geboorte van
de democratie in Mechelen'.De Fransen experi
menteerden in 1792 met vrije verkiezingen. Dit
mondde echter uit in een schijndemocratie waar
bij de overheid eigenmachtig kandidaten aan
stelde. Het Nederlandse bewind voorzag in 1815
in godsdienstvrijheid en een tweekamerstelsel;
de partijvorming in België bestond uit niet meer
dan opiniegroepen als een 'kerkpartij' en een
'antiklerikale' partij. Het voornemen van koning
Willem I om werk te maken van de scheiding
van Kerk en Staat lokte verzet uit. Hoge clerici
en invloedrijke leken namen de leiding van de
oppositie en zo ontstond de 'School van Meche-
len', wat de Belgische revolutie later mogelijk
maakte. Moderne vrijheden van meningsuiting,
vergadering en pers zorgden namelijk in België
niet voor partijvorming. Door het unionisme
bleken partijen ongewenst. In 1841 verbrak een
kleine groep radicale liberalen het unionisme,
maar omdat het in Mechelen zo lang stand hield,
ontbrak zowel bij katholieken als liberalen een
kiescommité dat de verkiezingen regelde en een
4 lUauvaii Uria<jt
De geboorte van de democratie in Mechelen:
Een hoogoplopende echtelijke ruzie tussen een Belg met
bierpinten en zijn Hollandse echtgenote, die zich verdedigt met
kazen. Het tafereel symboliseert de slechte verstandhouding
tussen 1815 en 1830 tussen de twee subnaties. (Gekleurde litho
van F. Auvray, Koninklijk Museum van het Leger en van de
Krijgsgeschiedenis)
programma verwoordde. Op nationaal politiek ni
veau ging het unionisme onder in 1840, met een
homogeen liberale regering. In Mechelen bleven
de katholieken volop de alliantie met de libera
len verdedigen, en bleef dit unionisme tot 1857
intact. Het unionisme betekent niet per definitie
de afwezigheid van partijen, wel een bestendige
regeringscoalitie van gematigde elementen en een
politiek van inspiratieloze compromissen. In 1858
waren katholieken en liberalen het zo grondig
oneens over de scheiding van Kerk en Staat dat
dit tot een fundamentele breuk leidde. De partij
vorming in Mechelen werd in gang gezet en de
lange weg naar de parlementaire democratie ging
een nieuwe fase in.
,anwinsten
31