Dat spreekt nog sterker uit een probleem dat
Van Driel al met de titel oproept maar niet oplost.
Want het boek, zo zegt die (onder)titel, gaat over
culturele collaboratie. Maar 'de term komt behal
ve op omslag, titelblad en hier in dit 'nawoord'
nergens voor,' schrijft Van Driel in dat nawoord.
'Door het culturele leven te beschouwen vanuit
het perspectief van verzet of collaboratie, wordt
immers, gewild of ongewild, een moreel oordeel
geïmpliceerd... Dat leek me niet zinvol en zelfs
ongewenst.' Ik ben het daar, als auteur van Grijs
verleden, volledig mee eens. Tegelijkertijd toont
onder meer het verhaal van de bestuurscrisis in
de Zeeuwsch Genootschap dat ook destijds in
morele termen werd gedacht en dat de moraal dus
onderdeel uitmaakte van de culturele werkelijk
heid. Het is een buitengewoon lastig dilemma dat
vermoedelijk alleen op te lossen is door politiek
en moraal (goed kwaad) van elkaar te onder
scheiden. Anders gezegd: samenwerking met
een vijand ofwel collaboratie is een vorm van
politieke delinquentie maar het is lang niet altijd
zo dat een dergelijke vorm van 'delinquentie'
moreel verwerpelijk is. Een dergelijk onderscheid
is echter zo lastig dat het welhaast bij voorbaat
mislukt.
Want neem, om te eindigen met de per
soon waarmee ik deze recensie begon, Adriaan
Meerkamp van Embden. Hij collaboreerde, ook
als (aanvankelijk waarnemend) burgemeester
van Middelburg en werd na de oorlog dus terecht
gestraft. Hij was politiek gezien fout. Maar was
hij ook moreel fout, met andere woorden heeft hij
dingen gedaan die volgens verondersteld 'univer
sele normen' niet door de beugel kunnen? Je kan
natuurlijk zeggen dat dit geldt voor iedereen die
aan het Nazisysteem meewerkte. Maar dat ant
woord is me te eenvoudig - bovendien onzinnig,
er blijven dan nog maar weinig mensen over die
de toets doorstaan. Nee, als je de collaboratie van
een man als Meerkamp van Embden vanuit die
zogenoemde universele normen bekijkt, valt er op
de man eigenlijk niet zoveel aan te merken, niets
anders dan dat hij op zijn manier deed wat zove-
len, van straatvegers tot hoge ambtenaren, deden:
proberen er het beste van te maken. In dit geval
was dat beste niet goed: Meerkamp van Embden
was totaal ongeschikt voor een politieke functie,
hij was een cultureel dier dat tijdelijk zijn best
deed politieke spelletjes te spelen. Daarin misluk
te hij. Maar maakt dit dat hij 'fout' was, moreel
fout? Ik betwijfel het.
Cultuur wordt Kuituur is een goed en belang
rijk boek, een aanwinst voor zowel de regionale
als de nationale geschiedenis van de Tweede We
reldoorlog. Het kent dilemma's en verdient kant
tekeningen maar dat is geen verlies, dat is winst.
Want afgezien van een overdaad aan feiten geeft
het boek ook veel stof tot denken.
Chris van der Heijden
School voor Journalistiek (Utrecht), publiceerde o.m. over
Tweede Wereldoorlog
Perfectum - Praesens - Futurum. Onder deze naam
is er, een beetje onopgemerkt, een nieuwe reeks
met literaire uitgaven verschenen, uitgegeven door
ZB|Planbureau en Bibliotheek van Zeeland. Tot op
heden zijn er vier verschenen, bescheiden uitgaven
in kleine oplage. Ze kosten maar 5,-.
1. Anya Marinussen (red.), Betje Wolff en de
Vlissingse vaandrig. Tien verhalen, Middelburg,
2017. ISBN 978-90-72 151-43-8. Oplage 100
exemplaren, 60 blz.
Dit boekje ontstond ter gelegenheid van het
thema van de Boekenweek in 2017: 'Verboden
vruchten'. Betje Dekker uit Vlissingen ging er in
1755 vandoor met vaandrig Mattheus Gargon.
Ze was toen zeventien jaar oud. De lezing was
later dat ze 'geschaakt' was, maar of ze erg
tegenspartelde vermeldt de historie niet. Ze
bleef één nacht weg. Dat het in die tijd een groot
schandaal was, moge duidelijk zijn. Toen ze weer
thuiskwam was ze een gevallen vrouw. In 1759
trouwde weduwnaar Adriaan Wolff, dominee,
haar. Hij was 52 jaar, zij 21.
Boekbesprekingen