2
Kasteel Raaümekes
Kasteel Rammekens gezien van de zeezijde. Kopergravure door H. Spilman naar tekening van A. van Swijndrecht.
Uit Kabinet van Ned. Gezigten. ZA, ZG, ZI-908.
knooppunt voor het beoefenen van de medische
kunst, ook al werd dit pas in de late achttiende
eeuw volledig erkend.
De globalisering zorgde er ook voor dat er
nieuw voedsel op het menu kwam te staan. Het
geregelde contact met Amerika bracht nieuwe
bronnen van vitaminen en mineralen zoals maïs
en cassave. Deze voedingsmiddelen waren vaak
echter niet voor de zeelieden want hun dieet bleef
bestaan uit veel gezouten vlees. Dit had grote ge
volgen, zoals de hevige aanwezigheid van scheur
buik onder zeelui. Het was pas halverwege de
achttiende eeuw dat werd aangetoond dat scheur
buik voorkomen kon worden door citrusvruchten
sap.4 Ook de zeelieden bij Rammekens hadden last
van scheurbuik. Er werden aanbevelingen gedaan
om de voeding te verbeteren, maar deze werden
vaak afgewezen omdat de aanbevolen voeding te
duur was.5 Er was zelfs een medicijnkist aanwezig
op Rammekens, ook al bleef die gesloten voor zee
lieden en hadden waarschijnlijk alleen de gesta
tioneerde soldaten er toegang toe. De aanwezige
dokter moest het doen met een verdovend middel,
een anti-transpirant en een purgeermiddel.
Paulus de Wind
Een van die dokters was een beroemde Zeeuwse
arts genaamd Paulus de Wind (1714-1771). De
familie De Wind kwam van origine uit Vlaan
deren en heeft veel theologen en beoefenaars
van de medische kunsten in haar stamboom,
zoals Gerard de Wind (1685-1752). Hij studeerde
theologie en filosofie in Amsterdam en genees
kunde in Utrecht. Uit zijn huwelijk met Elisabeth
van Beekhoven werd Paulus de Wind geboren.
Paulus studeerde geneeskunde in Leiden en
promoveerde met zijn dissertatie De Abortu in
1735, een stuk over het bespoedigen van de
geboorte. Na zijn studies keerde hij terug naar
Middelburg en bekleedde hij menige belangrijke
functie, zoals die van geneesheer van de VOC
van de Kamer van Zeeland en examinator
der chirurgen.6 In 1769 wordt hij benoemd tot
provisor van Rammekens, een positie die hem
toegang gaf tot de farmacie van de VOC. Het is
niet duidelijk hoe lang hij daar heeft gewerkt
voordat hij deze titel kreeg. Ondanks dit gegeven
komt de vroegste vermelding van Rammekens
in zijn publicaties uit 1763, waarin hij een schip
beschrijft dat getroffen was door catarrale koorts
en pleuritis.7
In 1764 bracht hij Verhandeling der voornaam
ste ziekten op de Oost-Indische schepen uit, een
uitvoerige beschrijving van ziekten die de zeelie
den teisterden op hun lange reizen. Ook deed hij
vele aanbevelingen voor betere levensomstandig
heden op de schepen om de lange reizen een stuk
gezonder te maken. Volgens hem zou een schip
voldoende moeten worden uitgerust met zuurkool
en ander groenten. Hij stelt dat het dieet van
de zeelieden, dat vooral uit vlees bestond, zou
leiden tot allerlei complicaties in hun gezondheid.
Bovendien zou het schip goed gelucht moeten
worden, omdat hij dacht dat vele ziekten zich
konden verspreiden door de lucht.
Het medische Rammekens