Zeeland 28.1 In 1750 wordt De Wind benoemd tot Lector van het prestigieuze Theatrum Anatomicum te Middelburg. Het Theatrum was een organisatie die zich voornamelijk bezighield met anatomie en het bespreken van ideeën over de natuurfilosofie en medische praktijken.8 Het eerste Theatrum ter wereld werd in 1570 in Italië gesticht en in heel Europa diende het als een voorbeeld om eigen soortgelijke organisaties op te richten. In 1658 werd er ook een Theatrum in Middelburg ge bouwd. Veel van zijn leden hadden in Leiden ge studeerd, zoals ook de Wind. Volgens Zuidervaart had het Theatrum ondanks de Leidse invloeden toch zijn eigen Zeeuwse 'stijl'. Dit komt doordat de processen waardoor kennis ontstaat onderhe vig zijn aan culturele en tijdsafhankelijke invloe den. Plekken zoals het Theatrum Anatomicum worden dan ook wel 'kennisplaatsen' genoemd. Op deze plekken kwam kennis samen, werd die beoordeeld, samengevat en verspreid. Als lector had De Wind dan ook de perfecte mogelijkheid om zijn kennis te verspreiden in de lokale (vroeg) wetenschappelijke kring. Voor de Wind was Ram- mekens een plek om 'rauwe kennis' op te doen om die later op plekken zoals het Theatrum Anatomi cum te verwerken en te verspreiden.9 Lokale wetenschappelijke kringen zoals die van het Theatrum Anatomicum bestaan natuur lijk niet in een vacuüm. De Wind had dan ook niet alleen correspondentie met mensen binnen Zeeland of in de Republiek. Zijn netwerk was lokaal én internationaal. Het meest opmerkelijk is zijn correspondentie met Gerard van Swieten, de persoonlijke arts van keizerin Maria Theresia van Oostenrijk. Net als De Wind hield Van Swieten zich bezig met geslachtsziekten en anatomie. In hun correspondenties is te lezen dat ze beiden de aandacht richtten op medische experimenten, waarvan ze de resultaten dan ook enthousiast met elkaar deelden. Zo bespreken ze een injec tiespuit die met één hand te bedienen is en een nieuw type poeder dat het bloeden zou stelpen.10 Gerard van Swieten studeerde net als Paulus de Wind aan de Leidse Universiteit. Beiden behoorden tot de eclectische school Boerhaave. Samen met Anton de Haen, een andere leerling van Boerhaave, richtte Van Swieten later de Weense school op. Boerhaave pleitte voor een experimentele en onderzoekende houding in de geneeskunde. Zijn ideeën waren gebaseerd op de temperamentenleer van Hippocrates. Dit houdt in dat hij meende dat het lichaam bestaat uit vier 'temperamenten', namelijk bloed, slijm, gele en zwarte gal. Een verstoring in de balans tussen deze vier substanties zou het lichaam ziek maken. Omdat Europeanen volgens deze theorie sangui nisch waren, oftewel meer bloed hadden, was aderlating vaak een methode om de vier tempe ramenten weer in balans te brengen. De Engels man James Nihell stelde een nieuwe manier voor om de verhouding tussen de temperamenten te kunnen vaststellen. Door het meten van de pols zou een getrainde arts moeten kunnen vaststellen of de humeuren in evenwicht zijn. Van Swieten schreef in een brief naar de Wind dat hij niet zeker was wat hij met deze informatie moest, en dat hij het niet kon herhalen.11 Ziektes op Fort Rammekens De positie van dokter op Fort Rammekens, en later die van provisor, gaf De Wind toegang tot een zeer grote hoeveelheid gevallen van ziekte om te bestuderen en om te experimenteren. In zijn publicatie uit 1764 over de omstandigheden aan boord van de schepen onderscheidt hij twee ziekten van zeer besmettelijke aard, namelijk schurft en de Spaanse pokken, welke laatste beter bekend is als syfilis. Kasteel Rammekens met het slavenschip de "Eenigheid". Kopergravure door G. Bouttats naar tekening van J. Peeters z. j. Uit Comitatus Zelandiae. ZA, ZG, ZI, II-907. Schurft, schrijft De Wind, wordt vaak opgelo pen aan boord van de schepen door het delen van dekens en de gesloten ruimte van het beneden- dek. Om het ongemak van de zeelieden te verhel pen, gebruikt hij een nieuwe zalf, gemaakt van Het medische Rammekens 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 5