Glas uit de Genootschapscollectie Katie Heyning Afgezien van een aantal scherven uit de bodem dateert het oudste glas uit de Genootschapscollectie uit de zestiende eeuw. Het behoort tot het type glas dat door de Venetianen naar noord-Europa werd gebracht. Daar was op het eiland Murano een bloeiende glasindustrie tot stand gekomen waar in de loop van de vijftiende eeuw voor het eerst het flinterdunne, heldere 'cristallo' gemaakt werd. De glasblazers ontwikkelden dit glas in een poging de transparantie en kleurloosheid van bergkristal te imiteren en hadden met hun product enorm succes. In heel Europa wilde men dit luxeartikel hebben. Ondanks het verbod de stad te verlaten en elders kristalglas te produceren, wisten verschillende Venetiaanse glasblazers in steden als Antwerpen en Londen werkplaatsen te stichten. Deze ambachtslieden werkten met dezelfde technieken en vormen als hun ex-collega's waardoor er een productie ontstond die 'a la fajon de Venise' werd genoemd. Ook in Zeeland was grote belangstelling voor dit exclusieve product. In boedelinventarissen van de Zeeuwse elite komen schalen, koppen en wijnglazen van 'cristalijn' na 1550 in toenemende mate voor. De oudste vestiging van een glasatelier dat dergelijk glas in de noordelijke Nederlanden pro duceerde, bevond zich in Middelburg, waar de uit Antwerpen afkomstige Govaert van der Haeghe in 1581 met behulp van Italiaanse werkkrach ten op de Kousteensedijk een bedrijf begon. In Amsterdam was pas in 1597 een dergelijk atelier te vinden, Rotterdam volgde kort na 1600. Zowel de Staten van Zeeland als de stad Middelburg steunden Van der Haegen en verleenden hem octrooi op al zijn producten. Bij contract werd vastgelegd dat 'geen cristalh-gelas by den Vyant gebacken, herwaerts en mach passeren, op poene van confiscatie'. Desondanks bleef de import van glas uit Antwerpen groot. In het Middelburgse atelier werd ook glas met emailbeschilderingen gemaakt, een andere techniek die de Venetianen geperfectioneerd hadden. Vooral donkerblauw en helderwit glas leenden zich goed voor een de coratie met veelkleurig email en goud. Zowel de Italianen die zich in het noorden vestigden als de Duitse glasblazers werkten met deze techniek. Hoewel diverse bodemvondsten uit Zeeland bekend zijn, bezit het Zeeuws Genootschap geen 'cristallijn' glas uit de vroegste Middelburgse ateliers. Wel zijn in de collectie twee zestiende- eeuwse glazen met een emailbeschildering te vinden. Het kelkglas met het opschrift IESACK en als versiering een mannenfiguur met een bundel takken en een rokende pot aan zijn linkerarm (G3451) is afkomstig uit Duitsland en moet in het laatste kwart van de zestiende eeuw gemaakt zijn. De blauwgroene kan waarop honden die een hert achtervolgen zijn afgebeeld (G3452), werd mogelijk in het Middelburgse glasatelier gemaakt en dateert van 1598. De zilveren deksel werd later bijgemaakt. Door de grote hitte tijdens de brand na het bombardement op Middelburg in mei 1940 is de kan gesmolten en verbogen, maar eens moet dit een prachtig exemplaar geweest zijn. Glas met diamantgravures Ook het graveren van voorstellingen in glazen met behulp van een diamant was één van de technieken die vanuit Venetië naar de Nederlanden werden overgebracht. Zowel professionele glasblazers als amateurs hielden zich in de zeventiende eeuw met het maken van diamantgravures bezig. Door met behulp van een diamantje in een graveerstift op glas te krassen, ontstond contrast tussen licht en donker. Deze techniek vereiste veel geduld, concentratie en een vaste hand, maar was in wezen niet moeilijk. Wel was het lastig een mooie vlakverdeling te bewerkstelligen, letters en krullen goed te

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 24