Modern wereldwonder
De Deltawerkentoen en nu
Zeeland 28.2
Boekbesprekingen
Bert Toussaint (red.) Modern wereldwonder
Geschiedenis van de Deltawerken. Uitgeverij Boom,
2018, 488pagina's. ISBN 9789024423736, prijs
41,90
Over de Deltawerken zijn al veel boeken ge
schreven, veelal gericht op de uitvoerings
aspecten van de verschillende waterstaatkundige
werken. Er wordt nauwelijks stilgestaan bij de
gevolgen van de ingrepen. Dit boek wil daarom
het verhaal opnieuw vertellen vanuit een breder
perspectief. Twintig jaar na voltooiing van de
Deltawerken (Maeslantkering, 1997) zijn we -
volgens de schrijvers - beter in staat om ant
woord te geven op de hoofdvraag: wat was en
is de betekenis van de Deltawerken voor Neder
land. Met dit antwoord wordt een nieuw beeld
van de Deltawerken geschetst. Dit beeld zal in de
toekomst wijzigen omdat de Deltawerken deel uit
blijven maken van de voortdurende en fascine
rende dialoog tussen mens en natuur.
In de inleiding worden de gewijzigde in
zichten omtrent het Deltaplan aangestipt en
wordt ingegaan op een aantal boeken, waarin de
geschiedenis van de Deltawerken beschreven is.
De gebundelde artikelen van de lezingen van de
Waterbouwdag in 2003, die naar aanleiding van
de herdenking van 50 jaar watersnoodramp zijn
gepubliceerd (CUR publicatie 212, 2003) vormen
voor de auteurs één van de belangrijkste bijdra
gen in de totale literatuur over de Deltawerken,
mede vanwege het analytisch karakter ervan.
Vervolgens wordt in dit boek de geschiedenis
van de Deltawerken tegen het licht gehouden
vanuit zeven invalshoeken, elk in een afzonder
lijk hoofdstuk (veiligheid, waterhuishouding en
ecologie, innovatie, economie, toerisme, ruimtelijke
ordening en beeldvorming). Ten slotte wordt in de
epiloog een toekomstbeeld van de Delta en Delta
werken geschetst. Hieronder ga ik op deze thema's
in het boek in.
Veiligheid: Ontwikkeling tot 1953
In de Delta hebben door de eeuwen heen verschil
lende overstromingen plaatsgevonden. Het monu
ment 'verdronken dorpen' bij de Zeelandbrug op
Noord-Beveland laat zien dat door stormvloeden
en dijkvallen meer dan 100 dorpen in de Ooster-
schelde en Westerschelde zijn verzwolgen door
de zee.1 Na de watersnood in 1808 (130 polders
overstroomden) vroeg Napoleon zich zelfs af
of Zeeland nog wel in zijn geheel te behouden
was. Tot de watersnoodramp in 1953 vormde
de opgetreden hoogste waterstand het vertrek
punt voor de nieuwe dijkhoogte. In 1939 heeft
Wemelsfelder een statistische methode opgesteld
om de noodzakelijke dijkhoogte te baseren op de
kansverdeling van de waterstand. Deze methode is
later gebruikt om de 'Deltahoogte' af te leiden.2
1 Sluimerend in Slik (Verdronken dorpen en verdronken
land in zuidwest Nederland), 2004, Jan J.B. Kuipers.
2 De Deltacommissie adviseerde destijds om voor centraal
Holland uit te gaan van een waterstand die gemiddeld
1 keer per 10.00 jaar voorkomt en voor Zeeland op basis
van economische overwegingen een iets minder strenger
eis: 1 keer per 4.000 jaar (komt overeen met 0,25 m
lagere waterstand).
Boekbesprekingen
73