Zeeland 28.2 De wederopbouw van Middelburg tijdens de Duitse bezetting, 1940-1944° David van Gelder Op 17 mei 1940 werd een groot deel van de Middelburgse binnenstad verwoest toen het Duitse leger Walcheren innam. Nadat de Franse troepen uit Walcheren verdreven waren en Zeeland als laatste Nederlandse provincie veroverd werd door het Derde Rijk, werd de omvang van de oorlogsschade duidelijk. Prestigieuze monumenten, zoals het 15de-eeuwse stadhuis en de abdij, waren zwaar beschadigd, net als veel huizen en winkelpanden.1 Onder leiding van Reichskommissar Dr. Arthur Seyss-Inquart ging de civiele overheid van de bezetter over tot een gecentraliseerde aanpak van de wederopbouw van Nederlandse steden die door het oorlogsgeweld getroffen waren, zoals Rotterdam en Middelburg. Het Departement voor Wederopbouw en Bouwnijverheid werd opgericht om leiding te geven aan de wederopbouw van de verwoeste steden en financiële compensatie en hulp te bieden aan de eigenaren van de herop te bouwen panden.2 Dit artikel presenteert de resultaten van archiefonderzoek naar de organisatie van de wederopbouw van Middelburg tijdens de bezettingsperiode en brengt het netwerk van betrokken organisaties en de financiering van de wederopbouw van Middelburg in kaart. Bedoeld onderzoek naar de wederopbouw van Middelburg richt zich voornamelijk op stads planning, architectuur en de reconstructie van de monumenten van de stad. In Architectuur en Stedebouw in Oorlogstijd; De Wederopbouw van Middelburg 1940-1948 beschrijft Koos Bosma het planologische proces dat de herbouw van de stad vormgaf en hoe dat verschilde van de wederopbouw van andere steden.4 In 'Planning the impossible: History as a fundament for the future - the reconstruction of Middelburg 1940-4' bespreekt Bosma tevens de rol van het traditionalisme in de architectuur en planologie van de herbouw van Middelburg. Volgens Bosma leidde de historiserende focus op de herbouw van Middelburg tot een stad die veel weg had van 'een openluchtmuseum dat Nederlandse cultuur koesterde'.5 Na de wederopbouw was de stad inderdaad geen exacte kopie van het vooroorlogse Middelburg aangezien het doel van de weder opbouw was om de 'typische Middelburgse sfeer' te behouden in plaats van de oude stad te repliceren.6 De brand van 17 mei 1940 Waardoor de brand van Middelburg op 17 mei 194° precies werd veroorzaakt wordt onder historici nog altijd betwist. Op basis van onder zoek in militaire archieven ontkrachten Peter Sijnke et al. de mythe dat het stadscentrum van Middelburg het doelwit was van een strategisch bombardement van de Duitse Luftwaffe zoals Rotterdam drie dagen eerder had ondergaan. Ondanks het feit dat ooggetuigenverslagen aantonen dat de stad door Duitse bommenwerpers is gebombardeerd, kwamen Sijnke et al. tot de conclusie dat de brand voornamelijk werd ver oorzaakt door Duits en Frans artillerievuur dat de stad onopzettelijk geraakt heeft terwijl beide legers elkaar bestookten. De mortiergranaten die in de stad landden zouden een brand, of mogelijk meerdere branden, veroorzaakt hebben die zich vervolgens door de stad ver spreidden.7 Deze conclusie wordt echter betwist door A.B.J. Goossens die, op basis van eigen archiefonderzoek, beweert dat de Franse artillerie de brand heeft veroorzaakt.8 Om te achterhalen wat er die noodlottige dag voorgevallen is heeft de gemeente Middelburg het Nederlands Instituut voor Militaire Geschiedenis gevraagd de tegenstrijdige claims te onderzoeken. 'De Brand van Middelburg: Eindrapport van de commissie inzake de geschiedschrijving over de brand van Middelburg op 17 mei 194°' concludeert, op basis van de eerder genoemde onderzoeken, dat de brand naar alle waarschijnlijkheid door een Wederopbouw Middelburg 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 3