zijn overlijden in 1762 assistent in de Mozes en
Aaron Kerk in Amsterdam. De manier waarop de
voorgestelde hier is weergegeven, zittend in een
bibliotheek met een bijbeltje in de hand en een
crucifix op de tafel, is die van het sedert 1650
en ook in de 18e eeuw gangbare pastoorsportret.
De identificatie als Gasparus Boon kan dus geen
stand houden.23 Wie de hier voorgestelde priester
wel is, zal vermoedelijk nooit duidelijk worden.
In 1987 was op een veiling in Amsterdam een
portret dat waarschijnlijk mr. Wilhelmus Chris-
tianus de Crane voorstelde. Het is gesigneerd J.B.
van Aerde, maar helaas is mij geen afbeelding
bekend. 24Als de identificatie juist is, dan betreft
het hier wederom een portret van een Zeeuw. De
Crane is op 4 november 1745 in Biezelinge bij Ka-
pelle geboren als zoon van ds. Mattheus de Crane
en Maria Step. Op 29 juli 1771 is hij in Goes
gehuwd met Catharina Henrietta van Tilborgh,
gedoopt te Dordrecht 28 februari 1756, overleden
te Goes op 9 april 1789, dochter van Melchior en
Dina Maria Muller, weduwe van Jacobus Loke. De
Crane is op 23 juni 1816 in Den Haag overleden,
waar hij lid was van het Wetgevend Lichaam.
Blijkens de notitie op het fiche van het RKD/
Iconografisch bureau is De Crane zittend weer-
gegeven met een blad papier in de hand en de
Corpus Iuris achter hem. Zo te lezen een pose die
vrij traditioneel is.
Tot slot is mij uitsluitend van een veilingnoti
tie nog een genrestuk van de hand van Van Aerde
bekend dat de titel The Seamstress (de naaister)
had.25 Hoe dit er heeft uitgezien zal ik wellicht
nooit weten.
Al met al heeft Jan Baptista van Aerde ons
dus een klein oeuvre nagelaten. Als eerste kreeg
hij de opdracht voor een groot altaarstuk in
Weert. Daarnaast heeft hij ook een genrestuk ge
schilderd. In Zeeland heeft hij vervolgens in het
derde kwart van de 18e eeuw een drietal mooie
portretten en één alleen uit een vermelding be
kend portret en een schoorsteenstuk gemaakt. In
die tijd waren er ook enkele andere portrettisten
werkzaam, die een groot deel van de markt in
handen hadden, zoals Jan Appelius (ca,. 1758
1790) en de Dordtenaar Aert Schouman (1710-
1992).26 Kennelijk was Van Aerde niet succesvol
en bleven de opdrachten uit. Dat zal dan ook de
reden zijn geweest dat zijn beroep bij zijn overlij
den niet meer kunstenaar, maar koopman was.
Noten
1 J.B. van Aerde, Portret van Paulus de Wind, gesigneerd
linksboven J.B. van Aerde. Fecit; olieverf op doek, 86,6 x
66 cm., Zeeuws Museum, collectie Zeeuws Genootschap,
inv.nr. G1654. Legaat Jan Tak, Middelburg, 1915.
2 U. Thieme en F. Becker, Allgemeines Lexikon der bilden
den Künstlervon derAntike biszur Gegenwart, Leipzig
1907-1950; Deel I, 1907, p. 99.
3 Ph. Rombouts en Th. Van Lerius, De Liggeren en andere
historische archieven der Antwerpsche St.-Lucasgilde.
Antwerpen 1872, II, p. 820.
4 Saur - Allgemeines Künstlerlexikondie bildenden
Künstler aller Zeiten und Völker [Saur]. München, 1992, I,
p. 446.
5 Chr. Wright, Paintings in Dutch Museums, Amsterdam
1980, resp. p. 3 en 4.
6 Stadsarchief Amsterdam, Poorterboek, toegangsnum
mer 5033, inv.nr. 28.
7 Stadarchief Amsterdam, archiefnummer 366, nr. 1405.
8 Stadsarchief Amsterdam, DTB 357, p. 54 (folio 27v) nr.5.
9 Stadsarchief Amsterdam, resp. DTB 322, p. 210 (folio
106), nr.3 en 357, p. 64 (folio 32v), nr.3
10 Stadsarchief Amsterdam, DTB 1072, p. 126 vv en p. 127.
11 Stadsarchief Amsterdam, DTB 752, p. 362.
12 Stadsarchief Amsterdam, DTB 1051, p. 108v en p. 109.
13 Zeeuws Archief, Middelburg, toeg.nr. 995, DTB 1527, inv.
GOE-8.
14 BS Amsterdam, archief 5009, inv.nr. 3123, no. 9, 168v.
15 F.J. van den Branden, Geschiedenis der Antwerpsche
Schilderschool, Antwerpen 1883. p. 1166, 'In de XVIIIe
eeuw wordt het groepje onzer schilders zoo klein, dat wij
voor de beoefenaars der verschillende kunsttakken geene
afzonderlijke hoofdstukken meer kunnen opnemen.'
16 Zie hiertoe ook: K. Van der Stighelen, Hoofd en Bijzaak.
Portretkunst in Vlaanderen van 1420 tot nu. Zwolle/Leu
ven 2008, p. 195-218.
17 J.B. van Aerde, Aanbidding der herders, gesigneerd en
gedateerd: Joannes van Aerde 1761; olieverf op doek,
400x249 cm. Zie: J. van Cauteren, 'Schilderijen in de St.
104
Jan Baptista van Aerde