'Jaws' in de catacomben van het Zeeuws Museum Herman Nijhuis Diep in het depot van het Zeeuws Museum liggen, om precies te zijn in Depot 01, kast 68, plank 5 en 6, visresten en wel in het bijzonder vijf haaienbekken. Deze zouden zo op de affiche van de kaskrakerfilm 'Jaws' uit 1975 van Steven Spielberg hebben kunnen staan. De grootste zeker, de kaken van de tijgerhaai maken indruk: honderden tanden op een rij. Deze haaien kunnen vijf meter lang worden en staan erom bekend dat ze vaak zwemmende mensen aanvallen. Er staan nog vier wat kleinere kaken op de plank. Ook van haaien die weleens mensen aanvallen. Macabere humor lijkt biologen niet ontzegd te kunnen worden: alle vijf de haaiensoorten behoren tot de familie van de Requiemhaaien. Maar wellicht komt dat van 'requin' (Frans), hetgeen 'haai' betekent. De wijd opengesperde kaken bevatten hon derden grote, zeer scherpe, puntige tanden. Het ziet er zeer indrukwekkend uit! Wat ook tot de verbeelding spreekt is de ouderdom van deze vijf kaken. Ze zijn in de periode 1818-1879 in de collectie opgenomen en behoren nu tot het beschermd erfgoed. Aan de hand van de kaken kan uitgelegd worden hoe de tanden bij het eten gebruikt worden. De vijf kaken zijn waarschijnlijk van de vol gende haaiensoorten: - Carcharhinus leucas (Müller en Henle, 1839), de stierhaai, dan wel Carcharhinus longimanus (Poey, 1861), de wittiphaai, dat is niet met zekerheid te bepalen. Er zijn er twee, de collectienummers zijn NHG23534 en NHG23535. - Carcharhinus galapagensis (Snodgrass Heller, 1905), de Galapagoshaai, collectienummer NHG23536. - Carcharhinus longimanus (Poey, 1861), de wittiphaai. Deze kaken konden wel met zekerheid op naam gebracht worden. Het collectienummer is NHG23537. - Galeocerdo cuvier (Péron Lesueur, 1822), de tijgerhaai, collectienummer NHG23538. Alle vijf de kaken komen van gevangen haai en en worden vermeld in de catalogus van het KZGW van De Man (1879). Ze komen niet voor in de lijst Lafont (1818) en zijn dus mogelijk tussen deze twee data verworven. Wat is, naast het indrukwekkende uiterlijk van zo'n kaak, er nu zo bijzonder aan? Allereerst, kaak'beenderen' van haaien en roggen bestaan niet uit been maar uit kraakbeen. Bij gewone vis sen (beenvissen) bestaan de kaken uit beenmate riaal. Omdat ze van beenmateriaal zijn, kunnen ze ook fossiliseren. Kraakbeen daarentegen fos siliseert niet. De tanden, die zowel bij beenvissen als bij kraakbeenvissen (haaien en roggen) uit buitengewoon hard materiaal bestaan, fossilise ren wel. Daarom vinden we van de fossiele haaien en roggen alleen de tanden en kauwplaten en/ of stekelvoetjes (alleen bij roggen, ook van been) op onze stranden. Het strand van Cadzand en dat van De Kaloot zijn bekend vanwege de vele haai- entanden die er gevonden worden. In tegenstel ling tot de tanden in de kaken in ons depot, die wit zijn, zijn de fossiele tanden meestal zwart. De zwarte (en soms bruine) kleur komt van het sedi ment waar ze uiteindelijk in terecht zijn gekomen en waar ze fossiliseerden. Als ze zwart zijn was dat zuurstofloze klei. Waarom vinden we zoveel losse fossiele tanden op onze stranden? Dat kan met behulp van de kaken in de collectie prima verklaard worden. Zoals gezegd: "honderden tanden kijken ons aan" In boven- en onderkaak zitten meerdere rijen tanden achter elkaar. In elke kaak kan een rij wel honderd tanden bevatten. Als er dan tien rijen achter elkaar zitten heb je per kaak al zo'n 1000 tanden per vis. Haaien en kraakbeenvissen wisselen voortdurend. Oude tanden worden ver vangen door nieuwe tanden die al klaar liggen. Breken er bij de jacht één of meerdere tanden af

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 30