Saccharins tatissima (suikerwier) Laminaria digitata (Vingerwier) Bruine, rode en groene zeewieren inhoudsstoffen zoals eiwitten en suikers maken ze, hoe reageren ze op stroming etc. We werken met bruine, groene en rode zeewieren. Ze zijn macroscopisch, dus zichtbaar met het blote oog. Zeewieren zijn bij velen niet echt bekend, behalve dan bijvoorbeeld de blaasjeswieren die op het strand gevonden kunnen worden. Veel meer soorten komen voor langs de Nederlandse kust, het merendeel echter onder de laagwaterlijn, en daarmee minder zichtbaar. Zeewier wil zich maar al te graag ergens aan vasthechten. Ze kunnen dus als kleine plantjes, gehecht aan draden, naar zee gebracht worden en enkele maanden later als volwassen plant worden geoogst. Zeewier kan zeker ingezet worden voor het maken van marien plantaardige biomassa. Daar voor moeten we een nieuw soort van landbouw, eigenlijk beter gezegd zeebouw, gaan ontwikke len. Om dat werkelijk mogelijk te maken zullen er diverse doorbraken moeten komen in diverse takken van fundamenteel onderzoek, zoals op gebied van fysiologie, ecologie en genetica. In de eerste plaats zullen er doorbraken moeten komen in de fysiologie: hoe functio neert een zeewier in de omringende omgeving. Welke factoren beïnvloeden groei en verlies van biomassa, en dus de uiteindelijke opbrengst. Voor het plantaardige leven in zee is dit schijn baar eenvoudig. Licht is de energiebron, diverse voedingsstoffen zoals stikstof en fosfaat worden opgenomen uit het omringende zeewater, en koolstof komt uit het CO2. Veel van dit onderzoek is gericht op groei van het zeewier en/of opname van voedingsstoffen. De laatste jaren is binnen mijn onderzoekgroep gewerkt aan opname van de voedingsstoffen nitraat en fosfaat in zeewie ren. Met deze resultaten hebben we veel beter 1- (nmol.cm^.d'1) 1 a stikstof-opname jjimol.cm-2.d-1) "honger" 'l2.5±5.2 stikstof: 22.9±7.0 Stikstof (N) en fosfaat (P) opnamekinetiek in Ulva lactuca (zeesla). Uit: Lubsch A. and K.R. Timmermans. 2018. Uptake kinetics and storage capacity of dissolved inorganic phosphorus and corresponding N:P dynamics in Ulva lactuca. J. Phycol. 54: 215-223. inzicht gekregen in de omstandigheden waar onder zeewier goed dan wel minder goed groeit. Verschillende soorten zeewieren bleken er ook verschillende strategieën op na te houden als het om opname van voedingsstoffen gaat. Sommige nemen razendsnel veel van de voedingsstoffen op en slaan maar weinig op, terwijl andere soorten langzamer opnemen en veel opslaan, waardoor ze perioden van voedingsstoflimitatie goed kunnen doorstaan. Dit soort gegevens zijn belangrijk als fundamentele kennis, waarmee we beter begrij pen hoe zeewieren functioneren. Met deze kennis over opname van voedingsstoffen kunnen we ook beter inschatten of het mogelijk is om grootscha lige zeewierteelt op zee te gaan doen. Immers voor de groei van zeewier zullen de voedingsstof fen uit zee beschikbaar moeten zijn. De Noordzee is relatief rijk aan opgeloste voedingsstoffen, dus groei van zeewier en productie van biomassa is daar zeker mogelijk. Duidelijk is echter ook dat die zeewierboerderijen niet te groot en aaneen gesloten kunnen zijn, want dan zal het zeewier zeker niet optimaal groeien door gebrek aan voedingsstoffen. En bovendien zou er, als alle voedingstoffen door zeewier worden opgenomen, beperking daarvan voor andere planten in zee, denk aan algen, kunnen ontstaan. In het onderzoek komen de verliestermen (hoeveel zeewierbiomassa blijft er werkelijk over?) veel minder aan bod. Dat is jammer en niet terecht. Begrazing door bijvoorbeeld krabbetjes en kreeftjes kan veel zeewierbiomassa laten ver dwijnen, bacteriën hebben een onstilbare honger, 82 Zeewier

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 4