Van waarde lijkt ook dat de vertaling duidelijk
maakt dat Zierikzee en Goes eenzelfde voorge
schiedenis hebben. Dat lijkt nu misschien logisch,
maar bij nader inzien viel het op dat in de
genoemde overzichten van de geschiedenis van
respectievelijk Zierikzee en Goes de andere plaats
nooit als 'zusterplaats' genoemd lijkt te worden.
Nieuws over Zierikzee
Aanleiding voor het maken van een vertaling
was de aandacht voor de viering van
Zierikzee-800 jaar stadrechten, reden waarom
juist deze plaats hier specifiek aandacht krijgt.
De vertaalde tekst toont helder de mooie zin in de
oorkonde over deze plaats, die een bijna poëtisch
beeld lijkt te geven: dat is in de gouw Scaldis
het bezit genaamd Creka en Papingalant met de
kerk, en langs de rivier de Golda land waar 900
schapen kunnen worden gevoed,
Notabene blijkt bijvoorbeeld Dekker (1971)
wel de onderdelen te noemen, maar presenteert
hij deze niet als een complete, originele zin. De
volledige zin is natuurlijk toch ook informa
tiever dan het vaak herhaalde, droge gegeven
dat Zierikzee in 976 in een oorkonde, als Creka,
genoemd wordt.
Voor de goede orde: dat het over Zierikzee
gaat, ook al wordt die naam niet genoemd, wordt
geschraagd door de al lang geleden gemaakte
koppeling van Creka met Ee (Zieriks Ee) en van
daaruit met Zierikzee. Dat is niet onlogisch maar
nog wat losjes, doorslaggevend lijkt altijd geweest
te zijn dat er in de gouw Scaldis aan een kreek
geen andere plaats dan Zierikzee aangewezen zou
kunnen worden. Uit de transcriptie was bekend,
en in historische studies verwerkt, dat de plaats
er in 976 was, dat deze begon aan een kreek,
dat er een kerk bij hoorde en dat de bewoners
schapen zouden hebben en die in grote aantallen.
Dat de Gouwe hier 'fluvium Golda', gouden rivier,
genoemd wordt, werd ook al genoemd door F.
Beekman en H. Uil (1994). Zij schreven daarbij
dat deze naam erop zou kunnen wijzen dat de
Gouwe is ontstaan in een tijd dat stukken veen in
de Zeeuwse delta nog niet met klei bedekt waren,
waardoor het water inderdaad gelig of goudkleu
rig was.
Nieuws geeft de vertaling daarnaast dus
over een andere, oude naam voor Zierikzee en
daarmee ook over een andere, mogelijke grond
legger van de plaats. Wat namelijk bij het lezen
verrassend uit de vertaling sprong was dat 'Creka
en Papingalant' dus voor de naam en voor de
locatie een duidelijke, hechte combinatie lijkt. Er
staat immer 'Creka en Papingalant, met de kerk'
en die kerk wordt altijd gezien als de vroegste
kerk van Zierikzee, de vroege voorganger van de
huidige Nieuwe Kerk. Steeds wordt alleen 'Creka'
aangehaald als de oudste vermelding van Zierik-
zee. (Henderikx noemt in De geschiedenis van
Zeeland (2012) Creka en Papingalant wel steeds
samen, en vertelde recent van een vermoeden
van een zeker complex, maar in het bijbehorende
kaartje staan ze wel ingetekend als twee, echt
aparte nederzettingen en dat ook ruim uit elkaar
liggend). Alleen het Creka gebruiken als aan
duiding voor wat later Zierikzee zal gaan heten,
is wellicht veroorzaakt doordat 'Creka' en 'Ee',
allebei waternamen, vrij eenvoudig met elkaar
geassocieerd worden. Het eruit vissen van 'Creka'
lijkt zodoende achteraf invullen. De combinatie
Creka en Papingalant lijkt echter onlosmakelijk.
Creka-en-Papingalant met de kerk betreft zo
één dorp aan een kreek, met een kerk en (ruim)
grond. Deze naam is ook reden om na te gaan wat
de betekenis van deze naam meer kan impliceren
over de plaats.
De deelnamen Creka en Papingalant, respec
tievelijk helemaal en in elk geval deels Oudne
derlands, zijn in de oorkonde niet vertaald of
gelatiniseerd en dus al sterke plaatsnamen. Deze
kunnen door de bewoners zijn gegeven of door de
Bavelingen, die ook Vlaams spraken, maar niet
door de keizer. Er hoeft verder tussen Papingalant
en die kerk geen verband te zijn als de naam van
de Papings toch geen relevante betekenis heeft.
De combinatie zal echter niet toevallig zijn als
het grond betreft van priesters (papen) van de
Sint-Baafsabdij. Deze zal ook niet toevallig zijn
als het grond betreft van een (groot)grondbezitter
Paping, een pausgetrouwe leek, levend in die tijd
dat ook een rijke leek een kerk kon oprichten. Een
en ander is met name interessant omdat het iets
kan tonen van de mate van autonomie van het
dorp.
Er wordt veelal gesteld dat Zierikzee al vroeg
een hechte band had met de Sint-Baafsabdij. Dat
omdat de stenen kerk uit 1151 de naam kreeg van
een door de Sint Baafsabdij geïntroduceerde 'hei-