Zeeland 28.4 Is de Ottogracht eindelijk gevonden? P.W. Stuij In de 16de eeuw zocht de stad Gent een uitweg naar zee, zonder de omweg door de Schelde langs de concurrent Antwerpen te moeten maken. Daarom wilde men een kanaal graven tot Zelzate om zo via de Braakman en de Honte de zee te kunnen bereiken. Omdat daarvoor toestemming nodig was van keizer Karel V werd onder andere door J.Horenbault een kaart getekend, waarop duidelijk was aangegeven dat Gent al in de 10de eeuw een open verbinding had met de Honte, via de Ottogracht. Op deze zogenaamde Dampierrekaart werd die verbinding verklaard door de aantekening dat keizer Otto in 980 de duinen tussen Vlaanderen en Walcheren had doorgegraven en zo een open verbinding had gemaakt van Gent met de zee. Er zijn meerdere Dampierrekaarten bekend.1 Deze zouden gebaseerd zijn op oudere kaarten uit de 13de eeuw. Meerdere historici hebben er echter op gewezen dat het tekenen van nauw keurige landkaarten in die tijd nog niet mogelijk was.2 Mede daardoor kwam een aantal van hen in latere eeuwen tot de conclusie dat dit verhaal over een Ottogracht een legende was, een hersen- schim.3 De Ottogracht als grens Uit de geschiedenis is bekend hoe het grote Karolingische rijk in 843 bij de Vrede van Verdun uiteenviel en hoe tenslotte na vele gebeurtenissen de grens tussen Frankrijk (Westrijk. Westfrankische Rijk) en het Duitse Rijk (Oostrijk. Oostfrankische Rijk) ontstond. In Vlaanderen vormde de Schelde de grens tot aan Gent.4 De Duitse keizer Otto II (973-983) bemoeide zich speciaal met deze Duits-Franse grens in Vlaanderen. Daarvoor had hij goede redenen. Daar lag namelijk het gebied van Rijks- vlaanderen, met daarin het bij het bisdom Utrecht behorende gebied van de latere Vier Ambachten. Die staatsgrens moest namelijk zeer duidelijk zijn tegenover de Franse koningen, waarmee al eerder ernstige grensstrubbelingen waren gepas seerd. Oostrijk Westrijk Situatie na de Vrede van Ribemont. (tek. auteur) Na de vorming in de 10de eeuw van de Duitse grensgraafschappen Valenciennes en Ename langs de Schelde ten zuiden van Gent, zal keizer Otto daarom zeker ook de grens vanaf Gent naar het noorden duidelijk hebben willen vaststellen. Vanaf Gent konden enkele wateren, zoals de Schipgracht en de Burggravenstroom, als grens worden gebruikt en verder noordelijk een watertje, later de Isabellastroom genoemd, dat de grens zou gaan vormen tussen het gebied van het Duitse bisdom Utrecht en het Franse bisdom Doornik/Noyon. Er was echter geen verbinding van de wate ren bij Gent met die "Isabellastroom". De reden daarvan was de in oost-westrichting verlopende hogere dekzandrug, waarin ook stuifzandduinen voorkwamen. Daarom veronderstelde de historicus Koch in de 20ste eeuw dat de aanduiding op de Dampierre- kaart van een doorgraven van de duinen mogelijk wees op het doorgraven van die dekzandrug.5 Hij had echter nog niet de beschikking over gede tailleerde bodemkaarten, dus bleef het bij een veronderstelling. In later tijd hebben meerdere historici voor dit graven door keizer Otto gezocht naar een verkla ring. Vaak echter met de negatieve conclusie dat dit verhaal nonsens was.6 De Ottogracht? 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2019 | | pagina 13