Zij combineert gevonden historische feiten en
aangrijpende verhalen in de archieven met obser
vaties over de menselijke kant van de hoofdrol
spelers. Dat is niet verwonderlijk: in het dagelijks
leven oefent zij het beroep van psychiater uit.
Haar vader Jaap kwam door toedoen van zijn
vriend Wim Quakkelaar bij het verzet. De laatste
overleed aan tuberculose tijdens een onderduik
periode in 1941. Jaap begon met eenvoudig koe-
rierswerk. Vanaf 1943 werd hij betrokken bij de
hulp aan onderduikers. Nog later bespioneerde hij
Duitse troepenbewegingen en munitiedepots. De
gegevens daarvoor moest hij inleveren bij Marien
de Groot, ondercommandant van de OD in Goes.
De OD had daar de grootste groep verzets
mensen. Daarnaast waren actief de groep Sturm,
de Partizanen Actie Nederland, de groep Laport
en de groep De Roo. Zij hielden zich bezig met
spionage, hulp aan onderduikers en de illegale
pers. Een aantal van hen moest dat met de dood
bekopen. Na de oorlog vereerde men hen met
een straatnaam. Wellicht de meest dramatische
gebeurtenis was de dood van Marien de Groot.
Vlak voor de bevrijding was hij door de Duit
sers gevangen genomen en vooralsnog eerst een
nacht ondergebracht in het Goese politiebureau.
Na de oorlog nam men het de Goese commissaris
kwalijk dat hij De Groot niet had laten ontsnap
pen. Door het ontbreken van precieze schriftelijke
gegevens in het politiearchief, zoals de dagboe
ken waarin de dagelijkse gebeurtenissen werden
genoteerd, is niet meer te achterhalen waarom
De Groot niet is gevlucht, terwijl die mogelijk
heid er wel schijnt geweest te zijn. De Groot werd
meegenomen naar het SD-gebouw in Middelburg.
Twee SD-mensen moesten hem en de Middelburgs
verzetsman Damen later naar Noord-Brabant
brengen. Zij kwamen niet verder dan Hoogerhei-
de, waar toen zich felle gevechten afspeelden tus
sen Duitsers en Canadezen. Ongetwijfeld met het
doel hun eigen hachje te redden, werden De Groot
en zijn medestrijder door de Duitsers doodgescho
ten en in een greppel gegooid. Pas vele maanden
later kwamen deze moorden aan het licht. De
Goese OD-commandant Daan Kloosterman, die
toen ondergedoken zat, rekende zich die moord
persoonlijk aan en liep een trauma op, dat hem
zijn hele leven parten heeft gespeeld. En zo waren
er meer verzetsmensen die trauma's opliepen.
Carla Rus gaat in haar boek daarop nadrukkelijk
in en ook op de trauma's van de kinderen van
deze verzetsmensen, want die waren ook slacht
offer.
Het is duidelijk. Natuurlijk pasten de meeste
Zeeuwen, net als de rest van Nederland, zich
vooral aan de bezetting aan. Maar een verhou
dingsgewijs grote groep ging in het verzet in
Zeeland en dat was een moeizaam en gevaarlijk
werk, want Zeeland zat tijdens de bezetting op
slot. Het was geen sinecure om probleemloos
de provincie binnen te komen. We moeten de
grootste bewondering hebben voor de mannen
en vrouwen die hun leven veil hadden voor hun
vaderland.
Er speelden zich zo nu en dan adembene
mende tonelen af. De verzetsman Wim Brandes,
marechaussee op Noord-Beveland, werd op 30
september 1994 in Middelburg gearresteerd en
gemarteld. Hij sloeg evenwel niet door. Overge
bracht naar de gevangenis van Middelburg werd
hij op 1 oktober teruggehaald naar het SD-ge-
bouw aan de Dam voor nader verhoor. Toen zijn
begeleider uit de auto stapte, gaf Brandes hem
een paar flinke tikken, waardoor de man strui
kelde en op de grond viel. Van de verwarring die
ontstond, maakte hij gebruik om snel de benen
te nemen. Hardlopend door straatjes en steegjes,
kwam hij bij het Kanaal door Walcheren, dat hij
gekleed en al overzwom. Zwervend over akkers
kwam hij in de buurt van Arnemuiden terecht,
waar hij de baas van de Marechaussee wist te
bereiken, die hem droge kleren gaf. Hij overleefde
de oorlog.
Carla Rus heeft een prachtige studie geschre
ven over het verzet in Zeeland, en dan met name
over de Bevelanden, al komen ook zaken van
Schouwen-Duiveland en Zeeuws-Vlaanderen aan
bod. Zij heeft daarbij korte metten gemaakt met
het beeld dat na de oorlog is ontstaan over de
lijdelijkheid en de onwil van Zeeuwen om in het
150
Boekbesprekingen