Het boek behandelt slechts vier jaar in bijna
achthonderd pagina's. Het is dan ook geen ge
schiedverhaal maar veel meer een handboek en
een uiteenzetting van de staatkundige ontwik
kelingen in Zeeland. Van de drie actoren, oorlog,
fiscaliteit en gezag, komen alleen de laatste twee
aan bod, over oorlog wordt nauwelijks gespro
ken. Dirksen zegt over het boek: 'Het gaat
om rechtshistorische onderwerpen waarbij ook
juridische onderwerpen op het terrein van de
openbare financiën aan de orde komen' [19].
Het boek kent inclusief de uitgebreide in
leiding veertien hoofdstukken. In hoofdstuk
2 passeren de belangrijkste actoren de revue
waaronder Philips II, de landsheerlijkheid (de
grafelijkheid), de Gemene Zaak (de gemeenschap
pelijke strijd tegen het landsheerlijk gezag) en
Willem van Oranje. Aan de belangrijke Staten
van Zeeland wordt apart in hoofdstuk 11 aan
dacht besteed. De hoofdstukken 3 tot en met 9
kennen een chronologische volgorde. De hoofd
stukken 3, 4 en 5 gaan over Vlissingen, Veere en
Zierikzee (inclusief Schouwen en Duiveland) in
de volgorde waarin die steden overgingen naar
de opstandelingen. De algemene staatkundige
situatie in Zeeland tot de komst in 1574 van een
Zeeuwse regering wordt in hoofdstuk 6 geschetst.
In hoofdstuk 7 wordt de intensieve samenwerking
tussen de gewesten Zeeland en Holland beschre
ven. Met de komst van de Raad 1574 komt er een
nieuw centraal gewestelijk bestuur, het onder
werp van hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 gaat over de
gedwongen overgang in 1574 van Middelburg.
Het 10de hoofdstuk beschrijft de situatie van
de gewestelijke regering tussen 1574 en 1576.
Vervolgens komen er enkele thematische hoof-
stukken. Zoals gezegd, hoofdstuk 11 gaat over
de Staten van Zeelanden en de in 1574 gevorm
de Generale Staten van Holland en Zeeland. De
Holland-Zeeuwse samenwerking met de informele
Unie 1574 en de formele Unies 1575 en 1576
komen in de hoofdstukken 12 en 13 aan de orde.
Tenslotte wordt in hoofdstuk 14 de fiscaliteit, en
dat die eveneens een van de belangrijkste terrei
nen van de Holland-Zeeuwse samenwerking was,
behandeld. Voor Zeeland was dit aan de ene kant
een voortzetting van het oude Habsburgse stelsel
en aan de andere kant een nieuw begin met
nieuwe middelen en een nieuwe administratie. De
tekst wordt afgesloten met een epiloog. Tenslotte
zijn er nog twee zogenaamde excursies. De eerste
behandelt het oude Habsburgse fiscale stelsel van
de Zeeuwse Statenimposten van 1472 tot 1572
en de tweede gaat over de Zeeuwse staatkundige
situatie na de pacificatie van Gent van 1576.
Wim Dirksen legde de laatste hand aan de
tekst toen hij in de Kerstdagen van 2011 plotse
ling overleed. Hij was nog bezig met het schui
ven van teksten en de vele (kruis)verwijzingen
waren niet op orde. Verder stond de annotatie
van literatuur en archiefstukken er in verkorte
vorm. De familie heeft Marianne Gossije, Ivo van
Loo en Albert Meijer van Archief en Werken van
het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap bereid
gevonden om de tekst publicabel te maken. De
bezorgers hebben de krachtige maar nogal droge
schrijfstijl van de voormalige belastingambtenaar
ongewijzigd gelaten. De vele honderden verwij
zingen zijn gecontroleerd en waar mogelijk her
steld. Aan de annotatie is helaas minder aandacht
besteed. Sinds de tijd dat Wim Dirksen onderzoek
heeft gedaan is er veel veranderd. Verschillende
collecties zijn herordend en zo is bijvoorbeeld
de belangrijke correspondentie van Willem van
Oranje digitaal beschikbaar gekomen. De oude en
verkorte vorm van de literatuur- en archiefver
wijzingen is gehandhaafd en niet omgewerkt naar
de huidige notatie of aanduiding. Dat is jammer
omdat moderne onderzoekers hiermee nauwelijks
uit de voeten kunnen, waardoor het boek niet
snel tot nieuw onderzoek zal leiden.
Dit gezegd hebbende, mogen we dankbaar zijn
dat het Genootschap het op zich heeft genomen
om het manuscript uit te geven. De bezorgers
hebben een mammoetklus geklaard. Maar het is
niet een boek om rode oortjes van te krijgen of
om voor het slapen gaan nog even gezellig een
paar bladzijden in te gaan lezen. Daarvoor is de
tekst te weerbarstig en de informatiedichtheid
te hoog. Het is wel het definitieve boek over het
152
Boekbesprekingen