WILLEN TE
KAAP'REN
VAREN
Zeeland 28.4
Victor Enthoven
begin van de Opstand in Zeeland. Mijn eigen
boek hierover is wat dat betreft in een keer ach
terhaald. Gezag en Geld in Zeeland is vele male
gedetailleerder en beter.
Hoogleraar geschiedenis aan de Vrije Universiteit.
Promoveerde op Zeeland en de opkomst van de Republiek.
Handel en strijd in de Scheldedelta ca. 1550-1621 Leiden
1996
Johan Francke, Al die willen te kaap'ren varen.
De Nederlandse commissievaart tijdens de Vierde
Engelse Oorlog, 1780-1784 (Zutphen: de Walburg
Pers, 2019) 480 pp. 49,95, ISBN 978-94-6249
325
Op 2 mei 2019 presenteerde Johan Francke in De
Drvkkery te Middelburg zijn nieuwste publicatie
Al die willen te kaap'ren varen, een studie naar
de Nederlandse commissievaart tijdens de Vierde
Engelse Oorlog (1780-1784).
De Republiek der Zeven Verenigde Neder
landen was aan het einde van de achttiende
eeuw militair gezien op zijn retour. Nadat er in
de zeventiende eeuw drie handelsoorlogen met
Engeland waren uitgevochten en in bondge
nootschap met Engeland diverse oorlogen met
Frankrijk waren gevoerd, telde de Republiek op
het Europese strijdtoneel niet meer mee. In het
laatste kwart van de achttiende eeuw verslechter
de de verhouding met Groot-Brittannië als gevolg
van smokkelhandel vanuit Sint Eustatius met de
opstandige Britse kolonie in Amerika. Uiteindelijk
was de vondst van een geheim verdrag, waarin
de bestuurders van Amsterdam de Amerikaanse
onafhankelijkheid erkenden, de bekende druppel.
Groot-Brittannië verklaarde op 20 december 1780
de Republiek de oorlog.
De Vierde Engelse Oorlog verliep voor de
Republiek desastreus. De Staatse vloot kon niet
meer in de schaduw staan van de Britse. Met veel
moeite slaagden de admiraliteiten erin 37 - vaak
verouderde - oorlogsbodems in zee te brengen. De
Britse marine daarentegen beschikte over meer
dan driehonderd goed uitgeruste oorlogsschepen.
Talloze koopvaardijschepen (p. 344-355) gingen
verloren, Sint Eustatius en de omringende eilan
den werden veroverd, evenals de VOC-vestiging
Negapatnam aan de Coromandelkust (India). De
overzeese handel lag stil. De latent aanwezige
binnenlandse onrust - de tegenstelling tussen
prinsgezinden en patriotten - nam toe. De laats-
ten verweten stadhouder Willem V en zijn voogd
hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk-Wolfenbüt-
tel dat de Republiek in deze desastreuze mili
tair-economische situatie was terechtgekomen.
Slechts een goed uitgeruste oorlogsvloot had
uitkomst kunnen brengen. Maar door langdurige
bezuinigingen konden de admiraliteiten alleen
het eigen kustgebied verdedigen. Confrontaties op
volle zee met de Engelse marine waren kansloos.
Deze situatie maakte de weg vrij voor een oud
beproefd middel: de commissievaart. Particulie
ren konden met een van staatswege verstrekte
commissiebrief kaperschepen uitrusten, Engelse
koopvaarders nemen, de oorlogskas van de admi
raliteiten spekken en de handel van Groot-Brit-
tannië benadelen. Het is deze commissievaart die
Johan Francke in zijn publicatie beschrijft.
De centrale onderzoeksvragen die Francke
zich stelde zijn: wat was de omvang van de Ne
derlandse commissievaart, zowel de kwalitatieve
als kwantitatieve opbrengst van de prijzen (buit
gemaakte schepen en rantsoeneringen), hoeveel
De Nederlandse commissievaart
tijdens de Vierde Engelse Oorlog
1780-1784
Boekbesprekingen
153