Zeeland 29.1
Paaseiland: de navel van de wereld.1
Ponting stelde zich de vraag hoe culturen in
de loop van de geschiedenis het natuurlijk
milieu hebben gebruikt en hoe ze zich in
wisselwerking met dat milieu hadden ontwikkeld.
Zijn belangrijkste bevinding was dat een
wederkerige relatie met het natuurlijk milieu
in zeer veel gevallen beslissend was geweest
voor het voortbestaan van een cultuur. Goed
gebruik van de natuurlijke rijkdommen leidt tot
welvaart, bloei en duurzaamheid. Overexploitatie
en verontreiniging daarentegen bederven niet
alleen het natuurlijk milieu, maar tasten ook
de vitaliteit van de cultuur zelf aan en kunnen
uiteindelijk tot haar ineenstorting leiden. De
teloorgang van hoog ontwikkelde en complexe
culturen was al langer onderwerp van studie,
maar Ponting kwam met een verrassende
invalshoek: kijk eens naar de omgang met het
milieu als bepalende factor.
Jan J. Boersema
In november 1992 hield de Britse historicus Clive
Ponting een lezing in de bomvolle aula van de
Groninger universiteit. Hij sprak over zijn boek
Een groene geschiedenis van de wereld dat kort
ervoor was gepubliceerd en vrijwel direct in het
Nederlands vertaald. Het boek had overal diepe
indruk gemaakt, want voor het eerst beschreef een
historicus de wereldgeschiedenis niet door de bril
van koningen en machthebbers, noch door de ogen
van gewone burgers of onderdrukten, maar door
een 'groene' bril.
Groene geschiedenis
Het meest tot de verbeelding sprekende
voorbeeld dat Ponting in zijn boek en lezing
behandelde, betrof de dramatische lotgevallen
van de samenleving op Paaseiland. Op dit meest
afgelegen bewoonde plekje op aarde - een stipje
in de Stille Oceaan ter grootte van Texel - wa
ren de Polynesische bewoners erin geslaagd een
spectaculaire beeldcultuur op te bouwen die tot
op de dag van vandaag de wereld fascineert. In
de bloeitijd van het eiland, zo rond 1400 AD,
markeerden honderden metershoge beelden het
landschap. Maar, zo betoogde Ponting, deze
Omslag van de Nederlandse vertaling
van het boek van Clive Pointing.
Paaseilandse cultuur eiste wel haar tol. De bomen
op het ooit grotendeels beboste eiland werden
gekapt en onder meer gebruikt om de beelden te
transporteren. Erosie was het gevolg en de voed
selproductie liep terug. De cultuur kwam terecht
in een neerwaartse spiraal van honger, oorlog en
uiteindelijk zelfs kannibalisme. Het bevolkings
aantal kelderde, de beelden werden omgetrokken
en de sociale structuur ondermijnd. De eens zo
hoogstaande cultuur stortte volledig ineen. Alles
- opgaan, blinken en verzinken - voltrok zich
in enkele eeuwen en toen de Nederlanders het
eiland bezochten, troffen ze slechts een verwil
derd en verarmd restant van die eilandcultuur
aan. In Pontings woorden: 'The Dutch admiral
Roggeveen, on board the Arena, was the first
European to visit the Island on Easter Sunday
1722. He found a society in a primitive state with
about 3,000 people living in squalid reed huts or
caves, engaged in almost perpetual warfare and
resorting to cannibalism in a desperate attempt
to supplement the meagre food supplies available
on the island.'
In 2001 werd ik in Amsterdam aan de Vrije
Universiteit benoemd tot hoogleraar om onder
zoek te doen en onderwijs te geven in de cultu
rele en levensbeschouwelijke aspecten van de
relatie tussen mens en natuur. Ik besloot om in
Paaseiland: de navel van de wereld
11