DAGVERMAAL *WO/' i mijn intreerede het spanningsveld tussen kwa liteit en duurzaamheid nader te verkennen. De geschiedenis van Paaseiland leek me een aardige binnenkomer. Om die reden herlas ik Ponting en enkele nadien verschenen verhalen met ongeveer dezelfde boodschap, waaronder een artikel van de biogeograaf Jared Diamond dat de opmaat vormde tot zijn latere boek Collapse en een dege lijke studie van Paul Bahn en John Flenley, twee professionele Paaseilandonderzoekers, die in hun boek de gebeurtenissen op Paaseiland vergeleken met het basismodel van de Club van Rome. De uiterlijke gelijkenis van de curves in de modellen was frappant: afnemende hulpbronnen, oplopen de vervuiling en sterke bevolkingsgroei. Tot het niet langer meer gaat en het bevolkingsaantal in enkele decennia omlaag duikelt als meest heldere kenmerk van de ineenstorting. Dit is de collapstheorie in een notendop. Ook voor Bahn en Flenley was de geschiedenis van Paaseiland hét bewijs voor deze collapstheorie. Wat me daarbij opviel was, dat men die steile neergang in het bevolkingsaantal in het geval van Paaseiland zo tussen 1680 en 1750 liet plaatsvinden. De eerste Europeanen, landgenoten onder leiding van de Zeeuw Jacob Roggeveen, arriveerden in 1722, met andere woorden 'midden in de collaps'. Dit was geheel in lijn met de teksten van Ponting en ik vroeg me af of de Nederlanders hier zelf iets over hadden opgeschreven in hun reisverslagen; iets wat ik zou kunnen nalezen. Ik had geluk. Een exemplaar van het eigen journaal van Rogge veen, pas gepubliceerd in 1838 door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en behoorlijk zeldzaam, bleek door de geograaf dr. A. van Deursen aan de VU-bibliotheek te zijn geschon ken en ook nog te worden uitgeleend. Nog geen half uur na mijn ingeving las ik op mijn kamer zijn Dagverhaal der ontdekkings-reis in de origine le bewoordingen. Roggeveens Dagverhaal en andere Journaals Tot mijn verbazing was er in het journaal nauwelijks iets te lezen dat het verhaal van Ponting ondersteunde of kleur gaf. Integendeel, de Nederlanders troffen een gezonde bevolking aan, zagen geen wapens, ruilden linnen tegen kippen en bananen. Roggeveen concludeert aan het eind van zijn beschrijvingen dat: 'wy het ONTDEKKINGS-REIS VAN Mr. JACOB ROGGEVEEN MET DE SCHEPEN DEN AREND, TIIIE N H O V E N en DE AFRIKAANSCHE GALEI in de jaren 1721 en 1722. MET TOESTEMMING VAN ZIJNE EXCELLENTIE 2 DEN MINISTER VAN KOLONIËN uitgegeven door het ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER WETENSCHAPPEN. Te Middelburgbij DE GEBROEDERS ABRAHAMS. 1838. Titelblad Dagverhaal der ontdekkingsreis van Mr. Jacob Roggeveen, Nieuwe Werken Zeeuwsch Genootschap 1838. selve niet alleen niet zandig, maer integendeel uytnemend vrugtbaar bevonden hebben, voortbrengende bananas, pataddes, suykerriet van bysondere dikte, en veele andere soorten van aardvrugten'. Het eiland is 'wegens syne vette aarde en goede lugtstreeck, tot een aardsch Paradijs te maaken' indien de bewoners het behoorlijk zouden cultiveren en bewerken. Maar dat doen ze slechts voor zover het nodig is voor het 'on derhoud des levens'. Dat was Roggeveen thuis in Zeeland anders gewend met de akkers en de weilanden waar graan en vee al sinds de late Middeleeuwen handelswaar waren. 'Tot een aardsch Paradijs te maaken'? Hoe viel dit te rijmen met de literatuur over culturen die plotseling te gronde gaan? De twijfel was gezaaid, de nieuwsgierigheid gewekt en nieuwe vragen kwamen op. Wat begon als een binnen komer, groeide uit tot een spannende zoektocht. Zou Roggeveen een verkeerde indruk hebben gekregen? Zijn bezoek aan het eiland was van korte duur: hij was welgeteld maar één dag - 12 Paaseiland: de navel van de wereld

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2020 | | pagina 14