op vrijdag 10 april - met zijn mannen aan wal
geweest en was toen dicht bij de kust gebleven.
Wat zouden andere expeditieleden en Europese
ontdekkingsreizigers die na hem het eiland be
zochten gezien hebben? Spanjaarden, Engelsen en
Fransen kwamen weliswaar pas tientallen jaren
na de Nederlanders, maar toch nog allemaal in de
achttiende eeuw.
Ik besloot ter vergelijking ook hun reisver
slagen en journaals te raadplegen. Dat bleken er
meer te zijn dan ik dacht, want naast de officiële
verslagen van de bevelvoerders (de dagverhalen
of journaals) waren er ook verhalen van be
manningsleden en meereizende wetenschappers
(de reisverslagen) en zelfs een 'tweede hands'
reisverhaal, opgetekend door een broodschrij
ver die met de verhalen van een bemanningslid
over al die exotische oorden aan de haal ging.
Nauwkeurige dagelijkse verslaglegging in een
journaal was belangrijk voor opdrachtgevers,
in Roggeveens geval de bewindvoerders van de
West-Indische Compagnie (WIC). Zo konden ze
na terugkeer nagaan of de expeditieleider en
de andere kapiteins zich aan hun instructies
hadden gehouden en waarom ze er eventueel van
af waren geweken. Nalatigheid of eigenmachtig
optreden kon leiden tot niet uitbetalen van de
overeengekomen gage.
De mate van gedetailleerdheid en de betrouw
baarheid van de reisverhalen en journaals is wis
selend, maar toch zijn ze allemaal informatief en
lezenswaardig. Al was het maar omdat de auteurs
niet alleen over de cultuur op Paaseiland schrij
ven, maar impliciet ook over de eigen cultuur. Zo
leren we de eerste Europese bezoekers kennen als
handeldrijvende Nederlanders die het principe
'geen handel, geen interesse' huldigen. De Span
jaarden komen naar voren als volop katholiek en
missionair: ze plaatsen bij hun vertrek drie grote
kruisen op een heuvel. Ze doen ook pogingen
het eiland onder gezag van de Spaanse kroon te
brengen, tekenen een kaart en herdopen het tot
San Carlos. De mondiaal denkende Engelsen laten
merken dat ze het eiland te onbeduidend en te
schraal vinden voor het Britse imperium, terwijl
de Fransen in de traditie van de Verlichting alles
opmeten (prachtig vastgelegd door hun tekenaar
Gaspard Duché de Vancy) en zich het hoofd bre
ken over de bestuursvorm op het eiland.
Gaandeweg kwam ik steeds meer over het
eiland aan de weet en tussen de regels door ook
heel wat over de bezoekende culturen, maar wat
ik ook las: de steun voor het collapsverhaal bleef
uit. Nergens iets feitelijks over een ineenstorting
door honger en massale sterfte. Wat nu? Had
Ponting het verhaal van Roggeveen zelf wel ge
lezen? De al geciteerde zin is opmerkelijk slordig:
hij noemt het schip de Arena in plaats van de
Arend en laat Roggeveen op eerste paasdag aan
wal gaan terwijl dat pas vijf dagen later was. En
dan de tweede zin, waarin al die ellende wordt
beschreven, die informatie kon hij nooit uit het
journaal hebben gehaald. Ik stuurde een e-mail
naar Clive en informeerde naar zijn bronnen.
Hij schreef terug dat hij vooral geput had uit
het boek van Jennings over de prehistorie van
Polynesië waarin een hoofdstuk over Paaseiland
stond. Dit hoofdstuk, geschreven door Patrick
McCoy, gaf weliswaar een somberder beeld van
de voor-Europese geschiedenis dan de journaals,
maar als kroongetuige voor het drama dat Pon-
ting had geschetst, vond ik McCoy niet overtui
gend. Zou Ponting zich hebben vergist? Toen ik
hem mailde, was het voor hem tenslotte al dik
tien jaar geleden. Was zijn bron wel Jennings?
Of waren er bronnen die Ponting wel kende maar
verzuimd had te vermelden? Hij had vast de
spannende boeken van Thor Heyerdahl ook ge
lezen, misschien zelfs al op de lagere school, net
als ik. Wat was er nog meer?
Na een paar maanden studie was ik ervan
overtuigd dat het collapsverhaal geen stand kon
houden en zeker niet in de nu wereldberoemde
versie van Ponting en Diamond, die ook in menig
milieukundig leerboek is te vinden. Genoeg stof
om een artikel mee te vullen, maar met nog
veel losse einden. Een vraag die steeds meer
om een antwoord vroeg was: wat is er eigenlijk
wél gebeurd? En ook: hoe raakte de jurist Jacob
Roggeveen eigenlijk in de buurt van Paaseiland
verzeild? Laten we met de laatste vraag beginnen.
De reis van Roggeveen
De Stille Oceaan was eind zeventiende, begin
achttiende eeuw nog nauwelijks vanuit Europa
bezeild, laat staan in kaart gebracht. Het
vermoeden bestond dat er nog ergens in de
zuidelijke streken een groot continent moest
liggen. De Zeeuwse geograaf Arent Roggeveen
wilde dit graag precies uitzoeken en verkreeg
in 1676 toestemming van de Staten-Generaal
Paaseiland: de navel van de wereld
13