dat door de eilanders 'navel van de wereld' werd genoemd - is door deze reis van Jacob Roggeveen op de kaart gezet. Geen collaps, maar wat dan wel? Als zich op het eiland geen collaps heeft voltrokken, wat is er dan wel gebeurd? Hoe ontwikkelde die Paaseilandcultuur zich? Valt dat nog te reconstrueren? Wat was de betekenis van de honderden grote beelden die de oorspronkelijke bewoners langs de kust hebben neergezet? In grote lijnen is dat een verhaal over een samenleving die bedoeld en onbedoeld haar eigen milieu verschraalde, een fascinerende cultuur opbouwde en zich vervolgens moest aanpassen aan die verschralende natuur en daarbij een nieuwe balans wist te bereiken. Deze nieuwe balans was wellicht inhoudelijk minder van kwaliteit maar in principe wel duurzaam, althans tot de bezoekers van ver kwamen. Hiermee verschuift de discussie over Paaseiland van de begrippen overexploitatie en ineenstorting naar de begrippen duurzaamheid, kwaliteit en kwaliteitsverlies en veerkracht van zowel de natuur als de cultuur. De achteruitgang van de natuurkwaliteit begon al meteen toen de Polynesische kolonisten met hun ratten goed en wel op het eiland waren geland. Men denkt dat ze tussen 1100 en 1200 AD in één groep van tussen de 50 en 100 personen zijn gearriveerd. Er zijn geen aanwijzingen dat er daarna nog andere Polynesische kolonisten zijn bijgekomen, daarvoor ligt het eiland ook te afgelegen. Het is al een raadsel dat het ooit geko loniseerd is. Korte tijd na aankomst van de eerste menselijke bewoners verdwenen enkele kleine organismen en alle oorspronkelijke standvogels, de laatste vermoedelijk sneller dan het bos waar ze gedeeltelijk van afhankelijk waren. Paaseiland voegde zich hiermee in het treurige patroon van extincties (uitsterven van soorten) op Poly nesische eilanden ten gevolge van menselijke kolonisatie. De tweede en meest in het oog springende de gradatie was de ontbossing van het eiland. Deze duurde enkele eeuwen en was omstreeks 1550 zo ver voltooid dat er geen zeewaardige kano's meer konden worden gemaakt. Her en der zal er nog een verdwaalde boom of wat struikgewas hebben gestaan, maar in de achttiende eeuw kon het eiland terecht 'kaal' genoemd worden. Vertrek ken van het eiland was definitief onmogelijk. Dat een Polynesisch volk van geboren zeevaarders het zover liet komen, is voor iedereen nog steeds een raadsel. Natuurlijk had men hout nodig voor huizen, kano's, sap, transport van de beelden en als brandhout. Ook zal bos gekapt en gebrand zijn om vervolgens akkers en plantages te maken voor de voedselproductie. Al deze verschillende rede nen om bomen te kappen zijn bij elkaar genomen echter ontoereikend om zo'n massale ontbossing te verklaren. Voor mij is dit een aanwijzing dat de volledige ontbossing niet het gevolg was van bewust handelen, maar dat er factoren hebben meegespeeld die de Paaseilanders niet in de hand hadden of konden houden. Waarschijnlijk hebben meegebrachte ratten de regeneratie van het bos bemoeilijkt. Door de ontbossing kregen de grassen de ruimte en is de natuur op Paaseiland geleidelijk in een minder soortenrijke, maar redelijk stabiele en duurzame staat terechtgekomen. Deze toestand is enigszins vergelijkbaar met de uit de ecolo gische literatuur bekende 'alternative state' van sommige natuurgebieden. Er zijn geen aanwij zingen dat de draagkracht van het Paaseilandse ecosysteem na de ontbossing ontoereikend was voor de aantallen mensen die er woonden. Inte gendeel, ik denk dat deze verschraalde Paasei- landse natuur, zonder verstoring van buiten af, een populatie van enkele duizenden tot zelfs vijf a tienduizend mensen gedurende een lange tijd had kunnen dragen. Of die hoge aantallen ove rigens ooit zijn bereikt, is zeer de vraag. Harde aanwijzingen daarvoor ontbreken. Er kwam, zoals bekend, wél verstoring, ook van de natuur. Met de schepen uit Europa kwam bijvoorbeeld de Europese rat op het eiland terecht en dat is uiteindelijk ten koste gegaan van zijn kleinere soortgenoot. De Polynesische rat werd geheel verdrongen door zijn Europese soortgenoot, en is op Paaseiland uitgestorven. Terwijl de natuur na de komst van de Polyne sische kolonisten verarmde, was er in culturele zin sprake van verrijking. De beeldcultuur op het eiland nam een hoge vlucht. Tussen beide verschijnselen bestaat uiteraard een verband, maar dat is slechts zeer ten dele oorzakelijk van aard. Het is niet aannemelijk dat de moai-cultuur 16 Paaseiland: de navel van de wereld

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2020 | | pagina 18