Beperkt door strenge regels, is het slechts de gezagvoerder en de zg. supercargo (ladingopzich ter) toegestaan in Kanton voet aan wal te zetten. Het gros van hun inkopen doen zij vanaf de jaren 1740 in het gebied rond Hog Lane, waar zich ook de Dertien Factorijen van Kanton bevinden. De bevoegde Hong-kooplieden monopoliseren met de factorijen de grootschalige handel in thee, zijde en porselein. Minder strikt gepositioneerd Anonieme Chinese kunstenaar, Het wegen van een kist met thee waarop het VOC insigne in een Chinees handelshuis in Kanton, ca. 1770, gouache op papier, 313 x 250 mm; foto en collectie: Rijksmuseum te Amsterdam, NG-1981-12-A. maar wel in de directe omgeving bevinden zich de kleinere Chinese middenstanders. Zo vindt de Europese koopman hier een straat met diverse porseleinhandels en daar een met de winkels met zijde, meubels, decoratieve objecten, et cetera. In de zestiger jaren van de achttiende eeuw wor den alle winkels in dit gebied gedwongen zich te verplaatsten naar een nieuwe straat waar zij ook onder strikter toezicht en controle komen te staan. De meeste van deze winkels verkopen Chinees porselein en vormen zo 'China Street', een naam die er met het woord 'China' op lijkt te duiden dat het een plaats is waar de supercargo's het serviesgoed ('chinaware') inkopen.3 De kapiteins en supercargo's nemen vaak ook een beperkt aantal particuliere bestellingen aan Anonieme kunstenaar, Merchant's Shop in Canton, Qianlong periode, waterverf op zijde; foto en collectie: Bibliothèque Nationale de France te Parijs. die zij met hun particuliere vervoersrechten aan boord kunnen meenemen. Tot de meest gewilde curiositeiten behoren gedurende de achttien de eeuw portretten, tijdens het wachten op het juiste zeilseizoen in opdracht gemaakt door een lokale Chinese kunstenaar. Deze kunst, genaamd 'gezichts-makerij', wordt uitgevoerd in verschil lende materialen, maar het meest zeldzaam is de modellering in klei. Dit type portretkunst is slechts anderhalve eeuw in zwang, van de vroege achttiende eeuw tot het midden van de negentien de eeuw, en is vrijwel exclusief gereserveerd voor Europeanen van hogere (handels)rangen. De 'gezichts-makerij' in klei voor de Europe aan vindt zijn oorsprong in de Chinese kunst van het portretteren genaamd 'het terugvinden van het voorouderlijk schaduw-gezicht' (H^ juiying). Deze concentreert zich specifiek op de gelaats- kenmerken, om zo de karakteristieke verschillen van elke voorouder uit te drukken; meest op papierrollen, maar dus ook in klei. Een hierin gespecialiseerd kunstenaar wordt normaliter in gehuurd na het overlijden van (meestal) volwas senen. Deze maakt gebruik van de herinneringen en aanwijzingen van directe verwanten, zelfs wordt de kunstenaar uitgenodigd om het lijk te aanschouwen alvorens het begraven wordt. Alles 2 Oost-Indische trofeeën

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2020 | | pagina 4