De ketens verbroken
eten vwi jÉflgtt - Jr lading van
Er is geen enkel aspect van de jaren 1940-1945
dat aan de aandacht van de samenstellers is
ontsnapt. Dwangarbeid, tewerkstelling, onder
drukking en verzet: er is voldoende over te
vinden. Bepaald indrukwekkend is het Verslag
van de E.H.B.O post en noodziekenhuis in Aarden
burg over de maanden september en oktober 1944,
over de zieken, de gewonden, de angst en de
vernielingen die in die dagen het beeld van een
zwaar verminkt Zeeuws-Vlaanderen bepaalden.
De ene reeks aantekeningen na de andere, het ene
egodocument na het andere laat het lijden van de
bevolking zien in 'De ketens verbroken'. Ze zijn
met name te vinden op de pagina's 173-332. In
meer dan één opzicht de kern van het boek.
Dat de militaire handelingen op zichzelf niet
centraal staan in het boek, is begrijpelijk. We
beschikken hiervoor gelukkig over het boek van
Van Gent en Sakkers over de 'Slag om de Schelde'.
Dat werk verscheen in augustus 2019, een paar
maanden voor de presentatie van 'De ketens ver
broken', en werd door Bauwens en Stroo terecht
in de litteratuurlijst opgenomen. Toch is het een
gemiste kans dat juist de militaire historie, die als
rode draad had kunnen dienen, niet benut is om
samenhang aan te brengen, zeker voor de periode
september-oktober 1944.
Weliswaar geven de auteurs en redacteuren
in de ondertitel aan, dat het niet om een over
zichtswerk gaat, maar om een bundel 'Aspecten',
maar dat maakt een samenhangend verhaal niet
minder noodzakelijk. Want de belangrijke en
indrukwekkende geschiedenis van West-Zeeuws
Vlaanderen in de oorlog verdient dat. Nu is het
gebleven bij een reeks feiten, gebeurtenissen en
losse verhalen, waarin alle (voormalige) ge
meenten van West-Zeeuws-Vlaanderen aan bod
komen. De opdracht van het boek luidt: 'Degenen
die zich het verleden niet kunnen herinneren, zijn
veroordeeld het te herhalen'. En om te herinneren
is juist het samenhangende en samenvattende
verhaal nodig voor het hele gebied. Dat gebeurt in
'De ketens verbroken' alleen maar beknopt voor de
meidagen van 1940.
Om te herinneren is het soms niet alleen
nodig naast feiten ook het verschil in belang
daartussen aan te geven. Een voorbeeld is de
geschiedenis van Francien de Zeeuw. Deze opval
lende verzetsstrijder wordt vier keer in het boek
genoemd, maar haar optreden wordt in tegenstel
ling tot dat van vele anderen niet apart beschre
ven, hoewel het boeiend en belangrijk genoeg is.
Als telefoniste luisterde De Zeeuw gesprekken af
van de bezetter en kon op die manier belangrijke
informatie onderscheppen over geplande razzia's
of invallen. In september 1944, tijdens de chao
tische strijd om de Scheldedelta, werden Fran-
cina en andere verzetsstrijders in Terneuzen in
hun slaap verrast door terugtrekkende Duitsers.
Via de frontlinie in Zeeuws-Vlaanderen wist De
Zeeuw naar bevrijd gebied te komen en kon zij de
Canadezen vertellen dat zij bezig waren gebied te
beschieten waar geen Duitsers meer te bekennen
waren en dat er onschuldige burgerslachtoffers
zouden kunnen vallen. Daarna trok ze naar Lon
den. Na de bevrijding van West-Zeeuws-Vlaan-
deren in november 1944, werd Francina door de
Britse pers 'heroine of Zeeland' genoemd. Zij werd
eind 1944 de allereerste marinevrouw of Marva
(en niet, zoals in 'De ketens verbroken' gesteld
wordt, de eerste vrouwelijke marinier.)
Ook de acties van Pieter Hendrik de Winde
uit Breskens zijn verspreid in het boek te vinden.
Het belang van de heldhaftige zwemtocht van
juist deze verzetsstrijder dreigt echter daardoor te
midden van de vele details uit het oog te worden
verloren. We lezen in het Koninkrijk der Neder-
78
Boekbesprekingen
landen in de Tweede Wereldoorlog van Lou de
Jong daarover:
'een illegale werker uit West Zeeuws-Vlaande
ren, P. H. de Winde, negentien jaar oud [had]
op verzoek van de districtsstaf van de Ordedienst
besloten de monding van de Braakman over
te steken teneinde aan de Canadezen de jongste
spionage-gegevens over te brengen en hun
te verzoeken, bij hun beschietingen en bombar
dementen (men denke aan wat bij Breskens was
geschied) meer rekening te houden met de aanwe
zigheid van duizenden burgers. Die overtocht was
hem van een punt ten noordoosten van Biervliet
uit in de nacht van 27 op 28 september gelukt,
zwemmend.'
De Winde's daad was uniek in zijn dapperheid
en van groot belang voor de oorlogvoering.
Maar hoe dan ook: 'De ketens verbroken' is
een rijk boek, waar niemand die geïnteresseerd
is in onderzoek naar de oorlogsgeschiedenis van
het gebied aan voorbij mag gaan. Een boek dat
hopelijk stimuleert om het grote verhaal van
West-Zeeuws-Vlaanderen in de oorlog voor vol
gende generaties te vertellen.
Dr. Anne Doedens,
historisch publicist (www.annedoedens.nl)
Anton Stig, Via Viane. Dijk van een geschie
denis in Zeeland. Mediamiek, Den Haag, 2019,
128 blz. ISBN/EAN: 978-90-811111-7-1, 24,95
Iedereen die per fiets of met de auto een rondje
Schouwen-Duiveland maakt, stopt even op de
dijk in Viane tussen Ouwerkerk en Oosterland.
Het panorama datje daar ziet is vaak adem
benemend: het glinsterende getijwater van het
Keeten, uitzicht op Tholen, scheepvaart en veel
vogels. Het is de verdienste van Anton Stig 'alles'
over Viane verzameld te hebben en een plaats te
hebben gegeven in een mooi boekje met harde
kaft. Opvallend zijn de fraaie landschapsfoto's
van de auteur zelf.
Het begin van Viane moeten we zoeken in
de afwatering van polder Oosterland. De Geule
eindigde in een binnendijkse spuikom waaruit
overtollig polderwater met eb werd geloosd, na
1878 geholpen door een stoomgemaal. Buitendijks
ontstond een kleine havenbaai met kades en een
tiental huizen. In 1912 legde men een bescher
mende stenen strekdam loodrecht op de dijk aan
om het dichtslibben van de vaargeul te voor
komen.
Eeuwenlang was hier een veerverbinding over
het Keeten. De betekenis voor Schouwen-Duive
land komt naar voren in het volgende relaas (dat
ik in een gedenkboek vond):
Wanneer Gerrit Kok, de eerste directeur van de
Rijks HBS in Zierikzee, in 1870 voor familiebezoek
naar Amsterdam moet, gaat hij met zijn vrouw in
een rijtuig naar Viane en steekt daar over naar
Stavenisse. Met een rijtuig gaat het naar het stadje
Tholen waar ze meteen roeiboot de Eendracht
oversteken. Opnieuw met een rijtuig naar Bergen op
Zoom en met de stoomtrein naar Keulen (de Moer-
dijkbruggen waren er nog niet). Via Arnhem zijn ze
zo in twee dagen in de hoofdstad.
Naast personenvervoer was het postvervoer
belangrijk. Viane had zelfs een eigen poststempel.
Het is verrassend de zeeschilder Guillaume
Delsaux (1862-1945) tegen te komen, die zich
hier in 1885 voor een aantal jaren vestigde. Als
impressionist was hij onder de indruk van het
'Viaanse licht', zoals Anton Stig dat noemt. Zijn
werk hangt in diverse musea. Delsaux woonde
aan de haven met een inwonende jonge huishoud
ster.
Veel aandacht is er voor de jaarlijkse bieten
campagne, waarbij tonnen suikerbieten naar het
vasteland werden vervoerd. Rond 1900 was dat
wel ruim 100 miljoen ton. De suikerfabrieken
Boekbesprekingen
79