Hit Fort "Nassau «i- dk Colon ik »r. Berbice.
De kolonisten beloofden 270 te betalen voor ie
dere gezonde, mannelijke Afrikaan die zij van de
rederij konden kopen. De prijzen voor vrouwen en
kinderen werden daarvan afgeleid. Na het aflopen
van het schip in oktober 1749 werd het Middel
burgs Welvaren op stroom gebracht om korte tijd
later naar West-Afrika te koersen.
De opstand op het Middelburgs Welvaren
Een precieze reconstructie van het eerste deel van
de reis van het schip is niet te maken. Daarvoor
ontbreken de benodigde gegevens, zoals het
scheepsjournaal. In ieder geval bleef de kapitein -
zoals gebruikelijk op slavenreizen - maandenlang
langs de Guineese kust. Daar kwamen Afrikaanse
kooplieden regelmatig in kano's langszij. Eenmaal
aan boord onderhandelden ze met de officieren op
het schip over de verkoopprijs van hun menselijke
handelswaar. Tot december 1750 had kapitein
Gerritse 260 mannen, vrouwen en kinderen als
slaaf aangekocht, hoewel er al een aantal van
hen was overleden. Inmiddels vond Gerritse het
tijd voor de trans-Atlantische oversteek naar
Berbice.6
Veel Afrikaanse slaafgemaakten lieten zich
niet als gewillige slachtoffers vervoeren. Volgens
De Munck zelf was het duidelijk 'dat slaven altyd
hun vryheyd zoeken'.7 Europese bemanningen
hadden daarom de beschikking over vuurwapens.
De slaven werden aan hun voeten (en soms hun
handen) geboeid en als ze aan dek kwamen vast
geketend aan een lange ketting, hoewel vrouwen
en kleine kinderen iets meer vrijheid kregen.
Ondanks alle dwangmiddelen kwam verzet veel
vuldig voor op slavenschepen. Vaak ging het om
kleine daden van verzet, waaronder overboord
springen. Grote opstanden waarbij de bemanning
risico liep hun leven en het schip te verliezen wa
ren zeldzamer, maar kapiteins van slavenschepen
waren er altijd op bedacht. Ook op het tussendek
van het Middelburgs Welvaren was veel onrust,
zeker toen bleek dat het schip de Afrikaanse kust
verliet.
Op de vroege morgen van 17 december barstte
de bom. 's Morgens om zes uur haalden enkele
6 Zie voor een verslag van de gebeurtenissen NL-HaNA,
Sociëteit van Berbice 360, akte 25 februari 1751.
7 NL-MdbZA, MCC 1570 (scan 24).
Het Nederlandse fort Nassau in de kolonie Berbice.
Collectie KB - Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
bemanningsleden Afrikaanse kinderen van het
tussendek. Als gevolg van ziektes was een deel
van de bemanning niet in staat om te werken of
zelfs overleden, dus was extra hulp nodig om
het schip te spoelen. Rond die tijd kwam een
groep mannen in opstand, aanvankelijk door veel
kabaal te maken. De bemanning zond daarop
de bomba naar het tussendek. Dat was een vrije
Afrikaanse man die als tolk diende op het schip.
Waarschijnlijk had een deel van de slaven hun
boeien kapot geslagen, want de bomba werd
onmiddellijk aangevallen. Hij vluchtte naar het
luik om weer aan dek te komen, maar de opstan
delingen trokken hem aan zijn benen terug en
doodden hem 'op een elendige wijse'.
Op dit punt is het goed om te melden dat het
enige ooggetuigenverslag van de opstand afkom
stig is van de Europese bemanning. Het gaat om
een beëdigde scheepsverklaring die het scheeps
volk in opdracht van kapitein Gerritse liep
opstellen. Een Afrikaans perspectief ontbreekt
en het is bovendien goed mogelijk dat de kapitein
erop uit was om zichzelf en zijn officieren vrij te
pleiten van nalatigheid.
Volgens de scheepsverklaring probeerden
enkele losgebroken Afrikaanse mannen aan dek
94
Middelburgs Welvaren