eenvoud 902000
Boekbesprekingen
\/a |*fl I HHP Leven en werk van
V W I I IJ I I VI W de pottenbakster
NEL HOUTMAN
Jaap Jongstra, Verfijnde eenvoud. Leven en werken
van de pottenbakster Nel Houtman 1905-2000.
Stichting Hens van der Spoel 2019. 96 blz., in
kleur geïllustreerd, literatuuropgave, register,
summary in English. ISBN 978-90-9031681-9.
Prijs 20 porto, te bestellen via email:
s.vanderspoel@concepts.nl
Weinig Zeeuwen zullen nog herinneringen
hebben aan de pottenbakster Nel Houtman. Ze
trad in Zeeland ook niet op de voorgrond; haar
contacten lagen elders. Maar ze heeft wel ruim 25
jaar in Zeeland gewoond en gewerkt, van 1932 tot
1959, een periode die voor de ontwikkeling van
haar werk heel belangrijk is geweest. Twintig jaar
na haar overlijden is er een uitvoerige biografie
aan haar gewijd.
Nel Houtman was een zelfstandige en zelfbe
wuste vrouw. Al heel jong wist ze dat ze potten
bakster wilde worden en die roeping heeft ze een
leven lang behouden. De ambachtelijke kant van
het werk boeide haar en ze heeft dan ook steeds
alles zelf willen doen: de selectie van het basis
materiaal, de klei en de glazuren, de vormgeving
met de draaischijf of uit de hand, en het bakken
in haar eigen oven. Aan al deze aspecten stelde
zij de allerhoogste eisen. Pottenbakken was voor
haar een vak dat je alleen kon uitoefenen als je
het volledig beheerste. Haar zelfstandige houding
spreekt ook uit het feit, dat ze altijd, ook na haar
huwelijk, uitsluitend onder haar eigen naam heeft
gewerkt en geëxposeerd.
Petronella Houtman werd in 1905 in het cen
trum van Hilversum geboren in een maatschap
pelijk actief gezin. Haar vader was bouwonder
nemer, makelaar en gemeenteraadslid. Nel ging
naar de HBS, toen nog uitzonderlijk voor een
meisje, maar moest haar schoolopleiding wegens
astma onderbreken. Toen werd, op zestienjari
ge leeftijd, haar interesse in het pottenbakken
gewekt. Ze ging enkele lessen volgen bij het
pottenbakkersechtpaar Paul en Marit Hobbel in
Laren. In die tijd maakte ze ook kennis met een
buurjongen, Hens van der Spoel, die een oplei
ding tot tekenleraar volgde.
In 1925, ze was dus toen nog maar twintig
jaar, betrok ze een eigen werkplaats in een leeg
staand arbeidershuisje aan de Oude Loswal in
Hilversum, waar ze ook een oven had in een
vrijstaand schuurtje, en een toonzaal. Na wat
startmoeilijkheden had ze al spoedig succes, en
in 1927 werd al een kan van haar verworven door
het Centraal Museum in Utrecht; er verschenen
ook lovende artikelen in de pers. Haar werk was
ook te zien op diverse tentoonstellingen in den
lande, samen met dat van geestverwante kunste
naars.
In 1932 begon een nieuwe fase in haar leven.
Ze trouwde met Hens van der Spoel, die benoemd
was tot tekenleraar aan de Rijks Hoogere Bur
gerschool (RHBS) in Goes. Het jonge echtpaar
vestigde zich in een kleine woning aan de Willem
Zelleweg, die toen nog tot Kloetinge behoorde.
Het atelier en de complete oven verhuisden mee,
maar de start in de afgelegen provincie viel niet
mee, mede omdat in 1935 een zoon geboren werd,
die ook haar aandacht opeiste. De situatie werd
beter toen het gezin in 1938 een ruime boerde
rij aan de 's-Gravenpolderseweg kon betrekken,
tegenwoordig bekend als 'Het Hoefje van Alle-
mekinders'. Het atelier werd ondergebracht in de
voormalige bakkeet, de oven in de schuur.
112
Boekbesprekingen