burgse families bij de Middeleeuwse landwinning
en bij latere herdijkingen in het gebied van de
voormalige gemeenten IJzendijke, Biervliet en
Hoofdplaat hebben gespeeld.
Deel 1 is het meest samenhangende onderdeel
deel van het boek. Het beschrijft de stichting van
de boerderij in 1912 door de IJzendijkse familie
De Jaeger en de overname daarvan door de fami
lie Dellaert in 1917. Tot op de dag van vandaag
bewonen nakomelingen van deze familie de boer
derij. Dit deel is te beschouwen als een fraai aan
geklede geschiedenis van enkele opeenvolgende
generaties van een boerenfamilie en hun bedrij
vigheden in de landbouw, en vandaaruit van de
vlasserij en de innovatieve techniek. De auteur
baseert zich hier voor een belangrijk deel op ver
halen uit de betrokken families, die vervolgens
door documenten worden ondersteund. Toch is
dit deel niet alleen interessant voor familieleden,
maar ook voor mensen met belangstelling voor de
geschiedenis van de landbouw. Beschreven wordt
hoe vanuit een oorspronkelijk volledig op de ak
kerbouw georiënteerd bedrijf ontwikkelingen in
vlasteelt en techniek zijn geïnitieerd. Daarnaast
wordt uitvoerig stilgestaan bij de eigendomsover
gangen van gebouwen en grond bij deze boerde
rij, waardoor inzicht wordt gegeven in de sociale
omstandigheden zoals die in de twintigste eeuw
op het Zeeuws-Vlaamse platteland bestonden.
In het tweede deel geeft de auteur een globaal
overzicht van de ontstaansgeschiedenis van de
polders ten noorden van IJzendijke. Behalve aan
bekende en gerespecteerde werken als die van
Bauwens, De Kraker en Willemsen, is de infor
matie ontleend aan internetbronnen (wikipedia).
De betrouwbaarheid van deze bronnen is helaas
niet te controleren door de doorsnee-lezer. Hier
wordt eigen archiefonderzoek van de auteur
gemist, al is dat in een uitgave als deze, die zich
voornamelijk richt op een geïnteresseerd lokaal
publiek, wel te rechtvaardigen. In de tekst wordt
duidelijk gemaakt dat de eigendomsrechten van
de schorren en octrooien van bedijking in het
begin van de zeventiende eeuw zijn overgegaan
van de Zuid-Nederlandse familie Laurijn en
haar nakomelingen op Middelburgse kooplieden,
veelal voorvaderen van Willem Schorer. In en na
de Franse tijd, toen het voormalige Staats-Vlaan-
deren deel uitmaakte van Frankrijk, werden veel
gronden dan weer verkocht aan Zuid-Nederland
se landbouwers en beleggers. Dit aspect van de
geschiedenis is op zich wel bekend, maar nooit
uitvoerig beschreven. Dit deel van het boek roept
het verlangen op naar een grote, veelomvattende
studie over de ontwikkeling van het grondbezit
in Zeeuws-Vlaanderen.
Het derde deel van dit werk sluit nauw aan op
het voorgaande en beschrijft deze overgang van
zuid naar noord meer in detail aan de hand van
de bedijkingsoctrooien en -activiteiten van de
Vlaamse indijkersfamilies De Baenst en Laur
ijn, die na de verovering van het gebied door de
Staatsen werden opgevolgd door Middelburgse
kooplieden. De auteur beschrijft de overname van
de eigendomsrechten van schorren door families
als Rombouts, Veth, Van de Perre, Paspoort en
Schorer en geeft de genealogische verbanden
tussen deze geslachten. Telgen van deze geslach
ten waren achtereenvolgens betrokken bij de
indijking van deze schorren tot Helena-, Amalia-,
Pieters-, Zacharias-, Wilhelmina- en Hoofdplaat
polder. Naar mijn weten is ook op deze betrok
kenheid nooit eerder op een vergelijkbare manier
ingegaan. De betrokkenheid van elk van deze
families bij de bedijkingen onder IJzendijke wordt
belicht, waarbij getracht wordt de oorsprong van
het voor deze inpolderingen benodigde kapitaal
te achterhalen. Dit zou via de VOC, de West-In
dische Compagnie en de Middelburgse Commer-
cie-Compagnie geweest kunnen zijn, maar zeker
is dat niet. De verstrekte genealogische informa
tie, zowel over Laurijn als over de Middelburgse
families, werkt verhelderend. Vervolgens worden
biografische gegevens over Willem Schorer be
sproken - opvallend is dat het schandaal waar
mee de ontbinding van zijn huwelijk omgeven is,
buiten beschouwing blijft - en wordt aandacht
besteed aan andere families van eigenaren en
pachters van deze landen.
116
Boekbesprekingen