Walcherse
keten;;
fet IcV^A#
4
i
De trans-Atlantische Ng/.
slavenhandel en de .gfc
economie van vjjet c tW
Walcheren, .'1 O?
1755-1780 v#
Gerhard de Kok
opvatting het belang van de slavenhandel voor
de lokale economie stelselmatig zijn onderschat.
Het onderzoek van De Kok was dan ook primair
gericht op de analyse van het belang van de
slavenhandel voor de lokale economie (in casu die
van het eiland Walcheren).
Voor een goed begrip van de gevolgde on
derzoekmethode nu eerst een korte samenvat
ting van de inhoud van het boek. In het eerste
hoofdstuk - de Walcherse slavenhandel - wordt
een verklaring gegeven voor het succes van de
Walcherse slavenhandelaren in de concurren
tie met hun Amsterdamse collegae. Die laatsten
beheersten immers de markt voor koloniale
producten. Door te participeren in de sterk spe
cialistische slavenhandel wisten de Zeeuwen dat
nadeel te omzeilen. Die handelstak (in de door
De Kok gebezigde terminologie) vereiste namelijk
een grote kennis van de Afrikaanse markten. In
het verleden hadden nu juist de Zeeuwen in die
regio uitgebreide netwerken weten op te bouwen
en waren daardoor in het voordeel ten opzichte
van de Amsterdamse slavenhandelaren.3 In de
twee daarop volgende hoofdstukken (Organisatie
en financiering, Winst en wanbetaling) komen
3 Paesie, Ruud, Lorrendrayen op Africa De illegale goederen
- en slavenhandel op West-Afrika tijdens het achttiende
eeuwse handelsmonopolie van de West-Indische Com
pagnie 1700-1734 (Amsterdam 2008)
de financiering en de winstgevendheid van de
slavenhandel aan bod. Onder de deelnemers in
het maatschappelijk kapitaal van de MCC met
één of meer aandelen bevonden zich vrijwel alle
bekende Middelburgse regenten - en koopmans
families, zoals Steengracht, Schorer, De la Rue en
Radermacher. Daarnaast was er echter ook een
relatief groot aantal kleine beleggers, die in de
vermogensbehoefte van de onderneming voorza
gen door voor een gering bedrag te participeren
in het aandelenkapitaal. Onder hen bevonden zich
kleine ambachtslieden en winkeliers die dankzij
die deelname voorrang kregen als leveranciers
van de voor de MCC benodigde producten. De
winstgevendheid van de slavenhandel was aan
grote schommelingen onderhevig als gevolg van
externe oorzaken, zoals weersomstandigheden en
oorlogen. Een berekening over de periode 1755
tot 1794 laat een rendement zien van gemiddeld
4,23 procent. De hoofdstukken vier en vijf zijn
gewijd aan de direct aan de slavenhandel gerela
teerde bedrijfstakken: het maritieme bedrijf, d.i.
de scheepsbouw, de vervaardiging van scheeps-
benodigdheden en victualiën (ook de financiële
dienstverlening komt in dit kader aan de orde) en
het handelsbedrijf, d.i. textiel, buskruit en andere
onderdelen van het Walcherse cargazoen, zoals
geweren, alcoholische dranken en kralen. Hoofd
stuk zes tenslotte karakteriseert de slavenhandel
als de Walcherse hoofdnegotie van de lokale
economie.
Kortom een grondige en vakkundige analyse
van de dominante rol van de slavenhandel in de
Walcherse economie van de jaren 1755 tot 1780.
Daarbij legt de auteur op bewonderenswaardi
ge wijze de nadruk op de complexiteit van de
materie en houdt hij zich op lovenswaardige wijze
afzijdig van allerlei waardeoordelen. Ook de titel
van het boek is een schot in de roos! "Walcherse
ketens" refereert direct aan "Keti koti" (de ketens
gebroken).
Na deze loftuitingen aan het adres van de
auteur veroorloof ik mij desondanks een aantal
kritische kanttekeningen in de vorm van een
drietrapsraket.
118
Boekbesprekingen