Zeeland 30.1
Afbeelding 2: Een typisch voorbeeld van de bulla tympani (middenoor) van een Noordkaperachtige (Balaenidae) (links), een
vinvisachtige (Balaenopteridae) (midden) en een Cetotheriidae (dit is een zustergroep van de vinvissen) (rechts). Van boven naar
onder: lateraal, ventraal, mediaal en dorsaal aanzicht. Maatstreep: 5 cm.
heel ander type gehoor. Ze horen vooral lagere
frequenties (toonhoogten), waarmee ze onderling
over zeer grote afstanden kunnen communice
ren; over honderden kilometers (omdat geluid
zich in water veel sneller en verder verspreid dan
in lucht). Over deze walvisoren (van baleinwal
vissen, Mysticeti dus) gaan we het hier verder
hebben.
In de eerste plaats gebruiken walvissen hun
uitwendige gehoorgang niet. Net zoals wij schei
den ze oorsmeer af, maar wattenstaafjes hebben
ze niet. Het oorsmeer legt laagje na laagje smeer
bovenop het trommelvlies en vormt zo al snel een
echte oorsmeerstop in hun gehoorgang (het aan
tal laagjes in deze stop is een aanwijzing voor de
ouderdom van een dier). Daardoor is de 'normale'
akoestische weg via het trommelvlies zo goed als
volledig afgesloten. Daarom ontwikkelden wal
vissen over een periode van tientallen miljoenen
jaren een indrukwekkend alternatief 'oor': ze
evolueerden zo dat ze hun onderkaak konden ge
bruiken om geluid op te vangen. Walvissen horen
via hun onderkaak, een grote antenne zo je wilt,
of een reuze oor! De onderkaak vangt de geluids
trillingen in het zeewater op en een aangepast
vetlichaam, dat van binnenin de onderkaak tot
aan het binnenoor loopt, brengt deze trillingen
vrijwel zonder verlies over op het stijgbeugeltje
en zo tot in het slakkenhuis, waarin de trilhaar-
tjes zitten waarmee ze (en ook wij) horen. Het
bot rondom zowel het binnenoor (het perioticum;
dit is het bot waarin het slakkenhuis en de drie
halfcirkelvormige kanalen van het evenwichtsor
gaan zitten) als het middenoor (de bulla tympani;
't Is vol van schatten hier
29