blauw en wit, en rood en wit. Ook het sterke, vaak
ongebleekte Osnabrugse linnen uit het Duitse
Osnabrück werd gebruikt voor de kleding van
slaafgemaakten.2
De Maria Elisabeth was verder geladen met:
Rijnwijn, oude meikaas, jonge kaas, komijnekaas,
Westfaalse hammen, Delftse boter, gort, anijs
zaad, komijnzaad, rozijnen uit Smyrna, bruine
peper, witte wijn, Franse brandewijn, 'Oost-In
dische' meuselaar (bier), zeep, zwartsel, lijnolie,
stijfsel, loodwit-verf, gele en rode verf, blauwe
smalt (verf), menie, Spaans groen (verf), spijkers,
houwelen, hagel en buskruit. Tot ballast dienden
30.000 gele klinkers en 7.000 rode dakpannen.
Voor de retourlading die, zo wensten de di
recteuren, vooral uit cacao zou bestaan, waren er
ter verpakking 36 pakken zegeldoek en 129 lege
cacaobalen aan boord. De totale lading vertegen
woordigde een inkoopwaarde van 4040 ponden
Vlaams, omgerekend zo'n 242.500 euro.3
Bijl moest zich na aankomst op Curasao
vervoegen bij koopman Juan Schuurman. Deze
was op de hoogte van zijn komst. De directeu
ren van de MCC correspondeerden al langer met
Schuurman en hadden hem per brief ingelicht.4 In
de brief hadden zij de goederen aan boord van de
Maria Elisabeth aangeprezen als 'een cargazoen-
tie van de courantste waren', die op het eiland
spoedig zouden verkopen, 'soo van consumable
Kaart van Curasao uit 1715 door
Gerard van Keulen.
(Nationaal Archief VEL590A)
als vivres behoeftens alsmeede van de cou-
rantste meest getrockene (verkochte) manufac-
tuuren voor de cust'.
Met 'de cust' werd de kust van Spaans
West-Indië bedoeld; de koopwaren zullen be
doeld zijn geweest voor een deel van het huidige
Venezuela, met Caracas als belangrijkste stad.
Het assortiment was samengesteld op advies van
kapitein Ackervelt, die voor de MCC Curasao had
aangedaan en nog maar net was teruggekeerd in
Middelburg.
De directeuren vroegen Schuurman de goede
ren - tegen een bescheiden provisie - te verko
pen. Ze wisten dat de kapiteins uit Amsterdam
hun goederen zelf aan de man brachten, maar de
directeuren riepen de hulp van Schuurman in. Ze
stelden hem een opgave van de inkoopprijzen in
het vooruitzicht zodat hij op basis daarvan naar
eigen inzicht kon verkopen. De directeuren waren
ervan overtuigd dat hem dat geen enkele moeite
zou kosten, vanwege de beperkte hoeveelheid en
de grote verscheidenheid van de goederen.
Bij Juan Schuurman op Curasao
Op 27 juni 1732 bereikten de Maria Elisabeth en
haar bemanning veilig de haven van Curasao.
Onmiddellijk na aankomst wendde Jan Bijl zich
tot zijn contactpersoon, die op het eiland een
2
Een geslaagde ontsnapping aan slavernij