Zeeland 30.1
;V.. V*/!
T'
Model van een hoeker uit 1756, h 120 cm x l 72 cm x b 33 cm.
(Rijksmuseum NG-NM-12047-A)
bekende figuur was. Juan Schuurman was raad,
kapitein van de burgerij (burgerwacht) en (mede)
eigenaar van een aantal plantages.
Schuurman ging voortvarend aan de slag, zo
dat Bijl in zijn brief van 1 juli aan de directeuren
schreef: '(ik) denke soo verre ik hoore dat wij ons
op de regte tit gekome ben en het grootste partie
van ons kerge (cargazoen) wel zal getrokke zijn'.5
De directeuren hadden de schipper gevraagd hen
uitvoerig te informeren over de situatie ter plekke
en daar hield hij zich aan.
Zo schreef Bijl in dezelfde brief over de aan
wezigheid van 'Biscayers' of Spaanse schepen die
het drijven van handel op de vaste wal belem
merden.
Ook meldde hij dat vijf weken eerder een
'slavenhaler', een schip met 200 slaafgemaak-
ten, uit Angola was gearriveerd. Het ging om de
driemast-hoeker Hoogelant van kapitein Boter
uit Amsterdam. De kapitein had 280 tot slaaf
gemaakte Afrikanen aan boord gehad, maar de
V-
Afsluiting brief en handtekening van Jan Bijl, schipper van de
Maria Elisabeth. (Zeeuws Archief, Archief MCC, inv.nr 718
nr 118 e.v.) "Verder niets bijsonders als hertelijk de groete-
nijsse, waermede blijve uwer aller verplijgte dienaer en
schijpper, Jan Bijl"
oversteek had drie in plaats van twee maanden
geduurd en 80 mensen waren gestorven. Ook
de prijzen die voor de slaafgemaakten waren
betaald, deelde Bijl aan de directeuren mee: 'van
150 stuk tot 190 het stuk'.
Poeders en aderlatingen
Bijl schreef in zijn brief niets over zijn beman
ning, behalve dat zij allen 'in goede order en
gezontheijt' waren. Een week later was daarvan
geen sprake meer en was Bijl genoodzaakt
meerdere chirurgijns te consulteren.
Verschillende bemanningsleden bleven lange
re tijd ziek; de stuurlieden, de timmerman, enkele
matrozen en de jongen. Meester Jan Abel Bouman
schreef op 9 en 12 juli onder andere een drank te
gen de koorts, een 'sweet drank', en een purgatie
voor. De poeders, aderlatingen, een 'glaesje hert-
starkingh' en een 'glaesije droppen' van meester
Andries Wodick konden niet verhinderen dat
twee opvarenden stierven. Matroos Jacob du Pree
overleed 16 juli en timmerman Jan Allard 20 juli.
Beiden werden op het eiland begraven.
De opperstuurman kreeg van meester Jan Abel
Bouman op 15 september onder andere een
lavement voor een 'opstruxie' in zijn heup en
tweemaal een 'sweet drank'. In oktober diende
meester Gerrit van Leeuwen zijn rekening in voor
de medicijnen aan de onderstuurman 'welks met
de roode loop en swaar gal brackinge is beset
geweest'.6 Rode loop was de gangbare benaming
van dysenterie, een besmettelijke darminfectie
die gepaard gaat met zware diarree met bloed in
de ontlasting.
y-e*
-m
V o-ox.-y-S fjj
S_
L Sri
Rekening van meester of chirurgijn Gerrit van Leeuwen voor
medicijnen voor opperstuurman Jan Allard. Curasao,
13 oktober 1732. (Zeeuws Archief, Archief MCC, inv.nr 740.3
nr 30)
Een geslaagde ontsnapping aan slavernij
3