terreinbeheerder sedert het najaar van 2018 dit
non-destructief veldwerk niet meer toe.
De sites
'Gp 26
Overzichtskaartje met de in de tekst genoemde locaties (archief
auteur).
De meest oostelijke site (A) was reeds in 1976 en
1978 gedeeltelijk zichtbaar doch werd toen niet
als een dijk herkend.13 Dat was wel het geval in
1997 maar toen was het 80 meter lange meest
prominente noordelijke deel tegen de rand van de
turfbank op de laagwaterlijn reeds verdwenen.
Ter plaatse lag nu een steenbestorting om de
vaargeul te fixeren. De dijk was van op afstand
goed zichtbaar als een gemiddeld 15 meter
brede welving van circa 80 centimeter hoog
boven het omringende slik. De structuur van
gestapelde in verband gelegde turfplaggen van
ongeveer 1x1 voet en ruim 0,5 voet dik was
goed herkenbaar. Aan de rivierzijde lagen op
enige afstand van de dijk een aantal ondiepe
putten waaruit blokken van dat formaat waren
Bovenkant van de veendijk A in noordelijke richting in 1996
(foto auteur).
gestoken. De dammen ertussen en de steeksporen
tekenden zich duidelijk af. Mogelijk zijn hier
de grondstoffen voor de dijk gestoken. Aan de
voet van de dijk lagen veenschollen om de teen
van de dijk te beschermen tegen golfslag.14 Een
vijftiental jaren later was dit alles verdwenen
als gevolg van erosie. Toen in 2011 boringen
werden gezet, mat de dijk ongeveer 250 meter.
De bovenkant was door het getij inmiddels zwaar
aangetast en zeer 'pokdalig'. Uit de boringen kon
worden geconstateerd dat het midden van de dijk
tot ongeveer 1.30 meter boven het Hollandveen
uitstak en nog (minimaal 50 meter) in zuidelijke
richting verder liep. De 'kruin' liep in 2014 van
noord naar zuid op van circa -1,50 tot -0,40 NAP.
De basis (aan de noordzijde) kon bepaald worden
op ongeveer -1,80 NAP.15 Min of meer haaks
op de dijk was een nieuw dijkstuk (bestaande
uit kleiplaggen) vrijgekomen, dat de Schelde
inliep.16 In maart 2019 waren grote delen van
het dagzomende deel van de dijk stukgeslagen
en verdwenen door erosie, doch voor de drone
was hij goed zichtbaar. In 2012 en 2014 werd
enig aardewerk gevonden.17 We kunnen niet
voor 100% uitsluiten dat dit er door verspoeling
terecht is gekomen.
De meest westelijke site (B) lag in
1978 nog onder het slik en het schor begraven.
De uitwatering van de Selenapolder vond
plaats door een ondiepe geul eroverheen. Na de
doorbraak van de zomerkade van dit poldertje
in januari 1990 kwam de Gasdam in gevaar en
werd in 1993 een nieuwe afwatering gegraven.
Daarbij is de veenplaggendijk onder een hoek
van 75°, over een breedte van 3,80 meter tot op
een diepte van 0,50 meter in de onderliggende
veenbodem, doorgraven. De hoogte van de dijk
56 Veenplaggendijken op de linker Schelde-oever