bij de natuurbeheerders. In de rest van het
landelijk gebied zijn ecologisch bermbeheer en
akkerrandenbeheer belangrijke instrumenten.
Het akkerrandenbeheer, waarbij boeren een
vergoeding krijgen voor een aangepast gebruik
van akkerranden, heeft de laatste jaren sterk
aan populariteit gewonnen. Het ecologisch
bermbeheer blijft daar opvallend bij achter. Het
is tot nu toe in Zeeland eigenlijk alleen van de
grond gekomen langs de sommige provinciale
en rijkswegen en daar dan nog in bescheiden
mate. Andere provincies laten zien dat het
veel beter kan, waarbij ook gemeenten en
waterschappen hun rol nemen. Waar het Zeeuwse
natuurbeleid boeren, tegen betaling, aanspoort
tot akkerrandenbeheer, kunnen de overheden
op hun eigendommen niet achterblijven. Een
belangrijke hinderpaal bij het ecologisch
bermbeheer in Zeeland was tot nu toe het vinden
van een bestemming voor het maaisel en de
kosten voor het afvoeren en storten. Gelukkig
zijn er inmiddels verschillende voorbeelden van
het hergebruik. Niet alleen in de vorm van een
milieuvriendelijke afvalverwerking (bijvoorbeeld
compostering), maar ook in meer duurzaam
hergebruik (bijvoorbeeld in plaatmateriaal
voor meubelfabricage en de bouw). Honderd
jaar geleden was het grasgewas van dijken
en bermen een veel gevraagd product in de
Zeeuwse akkerbouw. Hoe mooi zou het zijn als
een eigentijds en economisch rendabel product
eerherstel zou geven aan het kanthooi en
daarmee aan de bloemen- en insectenrijkdom van
de Zeeuwse dijken en bermen.
Dr. A. M.M. van Haperen (1949) studeerde biologie
en promoveerde op een proefschrift over het landschap
en de plantengroei van de duinen op de Zeeuwse en
Zuid-Hollandse Eilanden. Vóór zijn pensionering (2014)
werkte hij bij Staatsbosbeheer en hij was van 2011 tot
2019 lid van de Provinciale Staten van Zeeland. Hij is
landelijk actief in de Heimans en Thijsse Stichting en
in het bestuur van de stichting die het veldbiologische
tijdschrift De Levende Natuur uitgeeft.
Noten
1 Meininger, P. L. (red.), 2018. Flora Zeelandica. FLORON,
Nijmegen; Emsen, W.J., R. Bobbink, P.Maas F. Mooij,
2020. Is de floristische achteruitgang van de Zeeuwse
bloemdijken nog te stoppen? De Levende Natuur 121 (6),
201-206. Voor een lijst van de karakteristieke Zeeuwse
bloemdijkplanten zie: Provincie Zeeland, 2005. Actieplan
Natuurbeheer Binnendijken.
2 Priester, P. 1998. Geschiedenis van de Zeeuwse
landbouw circa 1600-1910. A.A.G. Bijdragen 37 HES
Studia Historica 20, Wageningen/Houten/Middelburg,
pp. 245-266. Over kanthooi op de hooizolder zie E.L.
van Olst, 1991. Uilkema, een historisch boerderij-
onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland
1914-1934. Deel 2, pp 264-265. Stichting Historische
Boerderij-onderzoek, Arnhem. De Krantenbank Zeeland
geeft voor de periode 1850-1950 4400 hits op de
zoekterm 'kanthooi' (query dd. 20 april 2021).
3 Van Haperen, A.M.M., 1995. Zeeuwse binnendijken: van
waterkering tot natuurgebied. Zeeland 4 (3), 103-109.
4 Provincie Zeeland, 2005. Actieplan Natuurbeheer
Binnendijken. Voor de onderzoeksresultaten uit de jaren
'80 zie: K.V. Sykora, G. van der Krogt J. Rademakers,
1990. Vegetatiedynamiek onder invloed van het beheer,
in bijzonder van begrazing met een schaapskudde. In:
J.M. van Groenendael, W. Joenje K.V. Sykora (red.),
10 jaar Zonderwijk V.P.O. Wageningen, pp. 173-179.
5 Emsen, W.J., R. Bobbink, P. Maas F. Mooij, 2020. Is de
floristische achteruitgang van de Zeeuwse bloemdijken
nog te stoppen? De Levende Natuur 121 (6), 201-206.
6 Zeeuwse Bijenstrategie, op 4 juli 2018 ondertekend
door o.a. Provincie Zeeland, ZLTO, Poldernatuur Zeeland,
natuurbeheerders, Waterschap Scheldestromen, VZG en
anderen.
Het groene netwerk van dijken en bermen
79