in dolhuizen werden opgeborgen, werden vanaf begin 19e eeuw apart opgenomen in gestichten waar ze werden verzorgd en tot op zekere hoogte ook enige juridische bescherming genoten. Tegelijkertijd ontwikkelt de psychiatrie zich tot een zelfstandig specialisme dat zich bezighoudt met de behandeling (medicamenteus en of [psychotherapeutisch) van deze patiënten. Nederland liep bij die ontwikkelingen zeker niet voorop. Wet- en regelgeving op dit gebied liet lang op zich wachten; de eerste hoogleraren psychiatrie (Winkler in Utrecht en Jelgersma in Leiden) werden pas kort voor de eeuwwisseling - respectievelijk 1893 en 1897 - benoemd. Het is dus op het eerste gezicht curieus dat een plattelandsarts hierbij een voortrekkende of katalyserende rol lijkt te hebben gespeeld. Als we afgaan op de vele gevalsbeschrij vingen die Van Renterghem presenteert dan zien we dat het hierbij minder gaat om psychia trische klachten in engere zin zoals schizofrenie, bipolaire stoornis, anorexia nervosa of melan cholie, maar meer om klachten die we nu zouden vatten onder noemers als: neurotische klachten of psychosomatische klachten. Om een greep te doen uit de gevallen die Van Renterghem beschrijft: onverklaarde pijnklachten, slaapstoornissen, dwangneurosen, depressieve klachten, angst klachten in diverse uitingsvormen. Van Renter- ghem, zo lijkt het, heeft hiermee niet zozeer direct bijgedragen aan de ontwikkeling of de emancipatie van de psychiatrie op zich, maar vooral aan de ontwikkeling van de psycho therapie, de medische psychologie en de huisarts- geneeskunde. Dat daarmee op de langere termijn ook een impuls is gegeven aan de verbetering en de humanisering van de zorg voor psychiatrische patiënten blijkt uit het gegeven dat Van Renter- ghem tot in de jaren 70 van de 20e eeuw wegens zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de psychotherapie en van de psychoanalyse in Nederland wordt genoemd in belangrijke psychiatrische standaardwerken zoals de hand boeken psychiatrie van Rümke. Het blijft curieus dat iemand die zo'n belangrijk stempel op de ontwikkeling van de geestelijke gezondheidszorg heeft gedrukt - ook in de eigen streek - onbekend is gebleven. Het boek van Spruit zal daar hopelijk verandering in brengen. P.B.M. (Paul) Rijnders Drs. P.B.M. Rijnders (1948) is klinisch psycholoog. Tot zijn pensionering werkte hij bij Emergis als directeur volwassenenzorg en Indigo. Sinds zijn pensionering werkt hij part-time bij Mentaal Beter in Goes en bij het Zeeuws Hand- en Polscentrum in Goes. Daarnaast is hij gastdocent kortdurende psychotherapie bij verschillende onderwijsinstellingen en universiteiten in Nederland en België. Hij ontwikkelde een behandelingsmodel voor patiënten die psychische klachten ontwikkeld hebben door stressvolle gebeurtenissen (KOP-model). Recente publicaties over dit model in: Rijnders, Cox Starmans (2018). Psychische klachten in de huisartsenpraktijk: werken met het KOP model, Amsterdam: Boom, en Rijnders Heene (2021). Handboek KOP model, Amsterdam: Boom. 92 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 50