Y///A poelgebieden «Vmnlng* I de Poel II poelgebied van Kattendijke TTT poelgebied ten westen van Eversdijk TV Yerseker moer ringdijk ca. 1200. Afb. 3. De grote kreekruggen in de Brede Watering. Afb. 6. 12e-eeuwse interlokale dijk Zuid-Beveland. Bron: C. Dekker 1971. Bodemdaling oorzaak aanpassen van dijken en uitwateringen De bodemdaling en/of inklinking was één van de factoren die van grote nadelige invloed waren op de waterkering.16 Na het aanleggen van een dijk kon het land niet meer overstromen. De klei-op- veen bodem droogde uit en klonk daardoor in. Dit werd nog versterkt door het aanleggen van sloten en uitwateringssluizen. Er werden achter de dijk door het zeewater geen sedimenten meer aangevoerd. De klink van de bodem achter de dijk werd niet meer gecompenseerd door nieuwe afzettingen. In grote delen van Zeeland werd al vanaf de Romeinse tijd het veen geëxploiteerd voor brandstof of voor de zoutwinning. Het land kon hierdoor in zeer korte tijd met ca. 1 meter worden verlaagd. In het onbedijkte land werden de graverijen afgestraft door ongewenste uitschuringen waardoor land verloren ging (b.v. de Wijdee bij Kattendijke). Binnen de bedijkingen had het grote gevolgen voor het polderniveau. Bij een dijkdoorbraak ontstond er een diepe uitschuring als gevolg van het niveauverschil met de vloedhoogte. Daar kwam bij dat het water in de diepliggende polder niet meer geloosd kon worden. Dijken zakten door hun eigen gewicht in de bodem weg. Dit had tot gevolg dat de dijken al spoedig na het aanleggen onvoldoende hoogte hadden om het opgestuwde zeewater tegen te houden. Telkens moesten de dijken verhoogd en verzwaard worden. Bleef dit onderhoud achterwege wegens wanbeleid of ontbreken van voldoende middelen, dan lag een overstroming op de loer. De aanpassingen van de dijken tijdens hun waterkerende functie zijn in de dijkprofielen af te lezen. Bijzondere waarnemingen zijn gedaan bij de westelijke dijk van Zuid-Beveland, de Poldersedijk/Grote Dijk.17 Deze dijk lag op de stormzijde. Door het verlies van de polders westelijk van 's-Heer Arendskerke, Kozaar-, Selnisse- en Ankeverepolder, in de 14e eeuw, liep het water vanaf de Scheldemonding hier hoog op. De hier door dijkdoorbraak ontstane welen laten zien dat de zorg voor deze dijk niet voor niets was. Daarnaast zullen de grondeigenaren steeds meer veiligheid hebben verlangd om het land en de economie zeker te stellen. Dat zal zijn gevolgen hebben gehad voor de dijk die de westkust van 50 Dijkenonderzoek Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 8