Philip van Dijk en zijn Zeeuwse clientèle
G.J. (Jim) van der Meer Mohr
'Deftige lieden' lieten zich door de eeuwen heen
graag portretteren. Dat was in Zeeland niet anders.
Ook daar liet men zich graag en soms ook vaak
portretteren. In een vorig nummer van Zeeland
heb ik in mijn bespreking van het boekje van Frank
van der Ploeg over Zeeuwse portrettisten in de
zeventiende eeuw al laten zien hoe kunstenaars
van buiten Zeeland naar Middelburg trokken om
daar in dit opzicht de markt te bedienen. In de
achttiende eeuw was dit niet anders, ook toen
trokken portrettisten van buiten Zeeland naar
Middelburg om de elite te vereeuwigen.1 Van
een aantal kunstenaars zijn in de collectie van
het Zeeuws Museum mooie voorbeelden te zien.
Ik denk hierbij onder andere aan de in Deventer
geboren schilder Jan Palthe (1717-1769) en de uit
Zwitserland afkomstige Jan Appelius (werkzaam
ca. 1758-1790). Maar één van deze van buiten
komende portretschilders was, zo bleek mij bij
nader onderzoek, wel heel productief in Zeeland:
Philip van Dijk (1683-1753).2
Na een eerste inventarisatie op de site van het
Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie,
de databases van het Zeeuws Museum en het
Zeeuws Genootschap en oude bronnen staat
de teller nu op ongeveer 80 portretten. Hoewel
het goed mogelijk is dat niet alle portretten
ook daadwerkelijk in Zeeland zijn geschilderd,
maar mogelijk ook in het atelier in Den Haag
waar Van Dijk zich na zijn Zeeuwse tijd is gaan
vestigen, betreft het hierbij wel allemaal Zeeuwse
portretten.
Deze ook internationaal populaire kunstenaar
werkte in een zwierige stijl, die goed aansloot bij
die internationale wensen. Zijn werkzaamheden
voor Landgraaf Wilhelm VIII von Hessen Kassel,
voor wie hij niet alleen portretopdrachten heeft
vervuld, maar ook schilderijen aankocht, hebben
hier zonder meer toe bijgedragen. Van Dijk is
geboren in Oud-Beijerland. In 1696 ging hij in de
leer bij Arnold Boonen in Amsterdam en daarna
heeft hij vermoedelijk ook bij Adriaen van der
Werff gewerkt. In zijn stijl zijn duidelijk sporen
van beide leermeesters aanwijsbaar. In 1708 is
hij naar Middelburg vertrokken, waar hij in
hetzelfde jaar werd toegelaten tot het kunste-
naarsgilde. In Middelburg heeft hij tal van
prominente Zeeuwen geportretteerd. In Zeeland
was hij daarnaast ook actief als kunsthandelaar.
Na tien jaar in Middelburg te hebben gewerkt
heeft hij zich gevestigd in Den Haag, waar hij in
1718 werd toegelaten tot de Confrérie Pictura en
in 1719 deelnam aan de Teekenacademie. Vanuit
Den Haag is hij ook actief geweest in Amsterdam
en bleef hij voor Middelburgse klanten werken.
Hiertoe maakte hij, aldus schreef de 18e-eeuwse
biograaf Johan van Gool, een 'jaerlijks reisje naar
Zeelant'.3
Als portretschilder bediende hij de adel en
vooraanstaande burgerij. Daarnaast was hij
actief aan het Hof van Leeuwarden, waar hij
directe ingangen had dankzij zijn positie als
hofschilder van Wilhelm von Hessen-Kassel,
wiens dochter Marie-Louise von Hessen-Kassel
(in de Friese volksmond Marijke Meu genoemd)
immers gehuwd was met Johan Willem Friso.
Voor de Landgraaf von Hessen-Kassel heeft
hij in 1725 een groot groepsportret gemaakt
waarop Van Dijk ook zichzelf heeft afgebeeld.4
Na het overlijden van Johan Willem Friso was
Marijke Meu een tijdje regentes, totdat haar zoon
Willem IV stadhouder werd. Ook zij gaf Van Dijk
diverse portretopdrachten. Van Willem IV heeft
Van Dijk in 1733 een prachtig staatsieportret
gemaakt, waarop de stadhouder staand in het
kostuum van de orde van de Kouseband is
afgebeeld.5 Persoonlijk vind ik het één van de
beste werken die Van Dijk heeft geschilderd.
Naast portretten heeft Philip van Dijk ook een
aantal genreschilderijen en historiestukken
gemaakt, waarop ook zijn fluwelen toets goed
zichtbaar is. Hij was een succesvol schilder en
handelaar en kennelijk ging het hem financieel
voor de wind, want hij bezat in Den Haag
meerdere huizen.
De hierboven aangehaalde biograaf Johan
van Gool vertelt hoe Van Dijk na zijn leertijd in
Amsterdam naar Middelburg trok, 'ziende dat
te Amsterdam niet veel kans voor hem was om
104
Philip van Dijk en zijn Zeeuwse clientèle