Philip van Dijk, Portret van Josina Phoenix, olieverf op doek,
48x37 cm, Zeeuws Museum, M 62-109
Philip van Dijk, Portret van Isaac olieverf op doek,
48x37 cm, midden boven gesigneerd, Zeeuws Museum,
M 62-108
aangezien tal van leden van dit geslacht in de 18e
eeuw vooraanstaande posities hebben bekleed en
bovendien een aantal buitenplaatsen bezaten.
Maar voor ik verder ga met het belichten van
een aantal portretten uit de collectie Van Citters
wil ik eerst stilstaan bij twee fraaie portretten
van de echtelieden Isaac Hugronje (1652-1706)
en Josina Phoenix (1663-1711). Evenals Van
Citters behoorde de familie Hurgronje tot de
Zeeuwse notabelen, zij het meer in Vlissingen
dan in Middelburg. Isaac Hurgronje was reder,
bewindhebber der OIC en raad, schepen en
burgemeester van Vlissingen. De oudste zoon van
Isaac, Jacob Hurgronje (1694-1759), ambachtsheer
van Koudekerke, huwde in 1734 met Erkenraad
Snouck (1709-1770) uit Dordrecht. Van dit echt
paar heeft Appelius een paar fraaie portretten
gemaakt. Uit dit huwelijk is Steven Matthijs
(1741-1788) geboren die de naam van zijn moeder
aan de zijne toevoegde en zich bij akte voor de
schepenen van Vlissingen Snouck Hurgronje
mocht noemen.
Terug naar de twee portretten van Van Dijk.
Isaac is driekwart weergegeven, staand in zijn
studeervertrek met in zijn rechterhand een
brief terwijl zijn linker wijsvinger op een boek
wijst, waarop geen titel is geschreven. Op de
achtergrond staat een beeld van Vrouwe Justitia
en aan de muur is in stuc het wapenschild van
Vlissingen waarachter een fasces (pijlenbundel)
zichtbaar. Beide rekwisieten duiden zonder twijfel
op zijn ambt van schepen en burgemeester van
Vlissingen dat deze reder en tevens bewind
voerder van de OIC in resp. 1694 en 1701 heeft
bekleed. Hurgronje is in 1680 gehuwd met Josina
Phoenix (1663-1711), die zittend is geportretteerd
met op de achtergrond de buitenplaats Huize
Barbestein te Heinkeszand, het huis waar zij
ook is overleden.8 Wanneer Van Dijk deze twee
portretten heeft geschilderd is niet bekend.
In ieder geval is er sprake van twee postume
portretten, aangezien beide echtelieden qua pruik
(de heer) en kleding in het laatste kwart van de
zeventiende eeuw gedateerd kunnen worden. In
de Van Citters collectie zijn meer van dergelijke
postume portretten, zij het niet zo groots opgezet
en fraai gedetailleerd uitgewerkt als deze twee.
Mogelijk heeft Isaac Hurgronje deze portretten
bij Van Dijk besteld, aangezien zij dezelfde maat
hebben als de twee portretten die Appelius van
106
Philip van Dijk en zijn Zeeuwse clientèle