in Zierikzee 'hedenavond een aanvang is gemaakt met het geven van lessen. Huib vertelt dat Prince als een van de onder wijzers aan de tekenschool verbonden werd. 'Ook wordt hij in de boeken vanaf 1827 stadsteken- meester genoemd. Een document waaruit een aanstelling blijkt heb ik niet kunnen achterhalen. In ieder geval kan ik melden dat Adriaan Prince als stadstekenmeester een traktement genoot van 200 gulden per jaar. Het bedrag werd in vier termijnen uitbetaald door het stadsbestuur.' Reglement van Admissie op 'het' tekenschool Ook de Zierikzeesche Courant is op 18 januari 1828 goed gevuld met berichten van de teken- school. 'De commissie der tekenschool binnen de stad Zierikzee, brengt bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat men met den 21 dezer maand des avonds ter 6 ure ten huize van Mejufv. de weduwe Van der Baan op de Oude Haven, een aanvang zal worden gemaakt met het geven van onderwijs in de handteekening en Bouwkunde.' Voorts roept de commissie alle reeds ingeschreven jongelingen op om de zaterdag daarvoor 'aan het lokaal der tekenschool te verschijnen' om het 'Reglement van Admissie op het tekenschool te Zierikzee, waarin les gegeven zal worden in het handtekenen, in de regels der vijf orders, en in het tekenen van alle burgerlijke gebouwen, sluizen en molens' in werking te brengen. Art. 1 'Geene Leerlingen zullen op dit School aangenomen worden, dan die van het mannelijke geslacht, en den ouderdom van twaalf jaren ingetreden zijn In Art. 5 wordt vermeld dat 'minvermogende' jongelieden ook worden uitgenodigd om 'voor niet' deel te nemen aan het onderwijs. 'Doch niet op het school mogen verschijnen, dan zindelijk en ordentelijk gekleed.' Art 8 meldt dat 'leerlingen zichzelf moeten aanschaffen en altijd op het school voorzien zijn, van eigen tekenbehoeften en papier, desnoods volgens aanwijzing van den tekenmeester, zonder het minste van de ander te mogen lenen, teneinde door geen oponthoud noch stoornis aan zijn medeleerlingen te kunnen veroorzaken.' Art. 19 'Eenmaal in het jaar anno ter belooning van naarstigheid, als tot opwekking van eenen edelen naijver, op de plechtigste wijze aan de meest gevorderde leerlingen, eereprijzen met getuigschriften vergezeld; uitgereikt worden, is elke leerling gehouden, naar die prijzen en den rang voor plaatsing te tekenen, zonder zijne tekening daaraan te mogen onttrekken 19 Illustraties van het verdere leven van Prince Hoewel we in de archieven nog niet meer kunst van Prince zijn tegenkomen lezen we wel een verdere illustratie van zijn leven. Ilja toont een lijst uit 1829 met leerlingen van de tekenschool, waaronder een zoontje, Pieter Cornelis Prince. 20 'Van zijn broer Jean Pierre Prince vinden we in dat jaar ook stukken terug in de archieven. Hij wordt in 1829 veroordeeld voor vier jaar wegens diefstal van zijn baas, notaris Mosselmans, waar hij kantoorklerk is. In afwachting van het vonnis, hij zat in het Gravensteen, schrijft hij een briefje aan zijn vader. "Dierbare vader, diep moet ik mij schamen, ja zelfs sidderen, u deze letteren te zenden, van de cipier vernomen hebbende dat gij niet alles weet om iets voor mij te doen. ik bidde, ik smeek u doet toch wat gij kunt voor u zoo diep ongelukkige zoon, wiens tranen van berouw onophoudelijk vloeien. Laat mijn broeder Pietje vanavond eens medekomen, opdat hij uit mijn geval leere en een afschrik van deze verfoeilijke zonden krijgt." Jean Pierre zit zijn straf uit in het tuchthuis van Gent.' 21 In de Zierikzeesche Nieuwsbode lezen we terug over de oprichting van 'Kunst en Eer' in 1830, een harmoniegezelschap. Muziekdirecteur was Johannes Frederik Tinteman, terwijl er verder toe behoorden: Adriaan Prince, Pieter Anthony de Reur, Francois Jansons, Abel Vorenkamp Men hield repetities in het koor der Groote of Sint -Lievens Monsterkerk en als aardigheid wisten tijdgenoten te verhalen dat het bovengenoemd lid, Abel Vorenkamp, die koek en banketbakker was, de in dit koor hangende grote koperen kaarsenkroon, meermalen aan het slingeren bracht door, na een aanloop hoog opspringend, daartegen een klap te geven. 22 De tekenschool voor en na de reorganisatie in 1841 In 1838 lezen we in de krant enige passages uit het jaarverslag van de Provincie. Huib vertelt Adriaan Prince en de tekenschool van Zierikzee 117

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 27