Zeeland 30.3 Portretten door een Zeeuwse meester uit de Gouden Eeuw Jan Denens schildert Pieter Duvelaer en Anna Veiters F. (Frank) van der Ploeg Sinds juni is de expositie Portretten door Zeeuwse meesters uit de Gouden Eeuw in het Stadhuismuseum Zierikzee eindelijk te bezichtigen.1 De bijbehorende publicatie2 werd in Zeeland besproken door Jim van der Meer Mohr.3 Naast een paar (terechte) punten van kritiek bracht hij ook een herontdekking: het op de markt komen van twee schilderijen van Jan Denens. De portretten zijn opgenomen in het boek (pp. 62-63), maar tijdens mijn onderzoek was de verblijfplaats ervan nog onbekend. Nu zou het wellicht mogelijk zijn om de schilderijen met eigen ogen te beschouwen indien de koper zou kunnen worden achterhaald. Hetgeen geschiedde. Hoewel Portretten door Zeeuwse meesters door Jim van der Meer Mohr tot standaardwerk over de Zeeuwse portretschilderkunst is bestempeld, heb ik dat zelf zo niet gezien. Het is een 'bouwsteen' voor nader onderzoek. Er zijn genoeg schilders die meer uit de verf mogen komen. Het boekje kan goed dienen om te prikkelen en te (doen) broeien. En dat het zijn werk al doet, blijkt niet toevallig uit de opmerkzaamheid van Jim, maar ook uit de reactie die ik van een andere recensent mocht verwelkomen. Erik Spaans schreef een bespreking voor Museumtijdschrift en mailde mij naderhand dat hij het portret van Anna Velters kon verbinden aan een werk (waarvan liefst drie varianten bestaan) dat is geplaatst in het oeuvre van de Haagse schilder Pieter Nason. Ook dat was het nader bestuderen waard. Pieter Duvelaer (1647-1703) en Anna Veiters (ca. 1645-'50-1720) Over de geportretteerden is het nodige te zeggen/schrijven en dat is dan ook gedaan door Roosanne Goudbeek in 'Pieter Duvelaer en de rijkdommen van de familie Velters'.4 Zoals de titel van dit artikel al doet vermoeden, beschrijft het de verwoede pogingen van Pieter Duvelaer om zich te verrijken via de zeer vermogende familie Velters. De familienaam Duvelaer is geen onbekende in het Middelburg van de zeventiende eeuw. Er is een aantal takken en door het voorkomen van dezelfde voornamen ligt persoonsverwarring op de loer. Genoemde Pieter Duvelaer wordt op 3 februari 1647 gedoopt in Oostkapelle. Hij is het derde kind van Catharina Grenier en Pieter Duvelaer, die er predikant is. Vader wordt zeven jaar later beroepen in Middelburg en het gezin verhuist daarnaartoe. Drie broers zullen eveneens predi kant worden, maar Pieter jr. gaat rechten studeren en wordt al als 22-jarige benoemd tot raad in de stadsregering van Middelburg. Volgens Goudbeek trouwt Duvelaer rond 1672 met Anna Velters. Waar de familie Velters tot de aanzienlijkste families van Middelburg gerekend kan worden, geldt dat niet voor Anna. Haar vader, Reinier Velters, verwekt haar bij Maria Heijndricx, een dienstmeid van de familie. Hij erkent het vaderschap niet. Ook de familie wil Anna buiten het familiekapitaal houden, vergaard door Reiniers vader, die eveneens Reinier heette. Anna wordt buiten het gezin gebracht en opgevoed in Brabant. Voor zover bekend trouwt haar vader niet, noch is er iets bekend over eventuele halfbroers/-zussen. Op de erfenis van de grootouders Velters rust een fideï commis, een bepaling die vergelijkbaar is met het vruchtgebruik. Erven dienen het kapitaal te beheren voor komende generaties. Desondanks heeft Anna vooruitzicht op een legitiem kindsdeel, hetgeen vrijkomt op haar 25ste of wanneer ze trouwt. Tot die tijd is ze in Brabant en komt ze (later) onder de hoede van een predikant. Goudbeek suggereert dat Pieter Duvelaer op de hoogte moet zijn geweest van haar achter grond. Het blijft gissen naar hoe ze elkaar hebben gevonden, maar het moet voor beide partijen statusverhogend zijn geweest om het partnerschap aan te gaan. Onbemiddeld is het paar niet, want het eerste huis dat wordt gekocht is 'de Croone' in de Langedelft in Middelburg, voor de kostprijs van ruim 700 ponden Vlaams, Jan Denens schildert Pieter Duvelaer en An na Velters 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 3